ECLI:NL:GHARN:2009:BI0921
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- M. Mollema
- A. Kuiper
- Z. Zuidema
- Rechtspraak.nl
Ontslag op staande voet na geweldsincident tussen werknemer en directeur
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 24 maart 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep over een ontslag op staande voet. De appellant, een werknemer, had zijn directeur met een koevoet geslagen, wat door de werkgever werd aangemerkt als een dringende reden voor ontslag. De zaak was eerder behandeld door de kantonrechter, die op 27 september 2006 en 4 april 2007 vonnissen had gewezen. De appellant stelde hoger beroep in tegen deze vonnissen, maar het hof oordeelde dat de kantonrechter terecht had geoordeeld dat het slaan met de koevoet een dringende reden voor ontslag opleverde. Het hof benadrukte dat, behoudens situaties van noodweer, dergelijk geweld in de regel niet te rechtvaardigen is, ongeacht de omstandigheden die aan het voorval voorafgingen.
De appellant had twee grieven ingediend, waarbij hij onder andere de vaststelling van de feiten door de kantonrechter betwistte. Het hof oordeelde dat de kantonrechter de getuigenverklaringen op goede gronden had gewaardeerd en dat de appellant onvoldoende bewijs had geleverd om zijn stellingen te onderbouwen. De getuigen, waaronder familieleden van de directeur, hadden verklaard dat de appellant daadwerkelijk met de koevoet had geslagen, wat de verklaring van de directeur ondersteunde. Het hof concludeerde dat de grieven van de appellant niet opgingen en dat de vonnissen van de kantonrechter bevestigd moesten worden.
Het hof hield de definitieve beslissing aan in verband met een andere aanhangige zaak tussen dezelfde partijen, om te voorkomen dat er tegenstrijdige uitspraken zouden worden gedaan. De zaak werd administratief gevoegd met de andere zaak, en het hof stelde dat de beslissing in deze zaak zou worden aangehouden totdat ook in de andere zaak arrest werd gewezen.