ECLI:NL:GHARN:2009:BI1353
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- J. Janse
- A. Zandbergen
- M. Wind
- Rechtspraak.nl
Bankfraude en onverschuldigde betaling in civiele procedure
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 7 april 2009, staat Aegon Bank N.V. in hoger beroep tegenover een geïntimeerde, die in eerste aanleg als gedaagde fungeerde. De zaak betreft bankfraude en de onverschuldigde betaling van een geldsom, waarbij de redelijkheid en billijkheid volgens artikel 6:204 BW aan de orde komen. Aegon heeft in eerste aanleg een vordering ingesteld, die door de rechtbank werd afgewezen. Aegon heeft vervolgens hoger beroep ingesteld, waarbij het hof de grieven van Aegon heeft beoordeeld.
Het hof heeft vastgesteld dat Aegon in de gelegenheid is gesteld om te reageren op een bankafschrift dat door de geïntimeerde was overgelegd. Aegon heeft niet langer betwist dat het afschrift op de aangegeven datum is verzonden. Het hof heeft de grieven I en II van Aegon gegrond verklaard, wat leidt tot de vernietiging van de eerdere uitspraak. De vordering van Aegon wordt alsnog toegewezen, waarbij de geïntimeerde wordt veroordeeld in de kosten van het geding in beide instanties.
De verdere beoordeling van de zaak heeft geleid tot de conclusie dat de geïntimeerde niet heeft aangetoond dat hij niet op de hoogte was van de onverschuldigde betaling. Het hof heeft geoordeeld dat de geïntimeerde, ondanks zijn verweer, niet heeft bewezen dat hij niet zorgvuldig heeft gehandeld. De vordering van Aegon wordt toegewezen, inclusief de buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank vernietigd en de geïntimeerde veroordeeld tot betaling aan Aegon van € 15.000,-, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 juni 2006.