ECLI:NL:GHARN:2009:BI2027
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep kort geding
- M. Onnes-Wind
- A. de Bock
- F. Falkena
- Rechtspraak.nl
Opheffing van executoriaal beslag door het Gerechtshof Arnhem
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem diende, hebben appellanten [appellant 1] en [appellante 2] hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Zwolle-Lelystad, waarin hun vordering tot opheffing van executoriaal beslag door De Voordeelbank werd afgewezen. De zaak betreft een geldleningovereenkomst die op 8 oktober 2004 tot stand kwam, waarop de Wet Consumptief Krediet van toepassing is. Na een betalingsachterstand heeft De Voordeelbank executoriaal beslag gelegd op de woning van appellanten en derdenbeslag onder de werkgever van [appellant 1]. Appellanten stelden dat De Voordeelbank misbruik maakte van haar executiebevoegdheid en vorderden opheffing van de beslagen.
Het hof oordeelde dat de betalingsregeling van € 200,00 per maand door appellanten werd nagekomen en dat De Voordeelbank ten onrechte tot executie was overgegaan. Het hof concludeerde dat er geen grond was voor de executie van het vonnis van 4 oktober 2006, omdat appellanten niet in gebreke waren. De beslagen werden als onrechtmatig beschouwd en moesten worden opgeheven. Het hof vernietigde het vonnis van de voorzieningenrechter en kende de vordering van appellanten toe, waarbij De Voordeelbank werd veroordeeld tot het opheffen van de beslagen en het betalen van de proceskosten.
De uitspraak benadrukt het belang van het naleven van betalingsregelingen en de voorwaarden waaronder een schuldeiser tot executie kan overgaan. Het hof stelde vast dat de executoriale beslagen op onjuiste gronden waren gelegd, wat leidde tot de beslissing om deze op te heffen.