ECLI:NL:GHARN:2009:BI2119

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
23 april 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-001060-08
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor gekwalificeerde diefstal van een bladblazer met toepassing van een leerstraf Alcoholdelinquentie

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 23 april 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. P.L. Hellinga, was eerder veroordeeld voor gekwalificeerde diefstal van een bladblazer. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op 18 november 2007 in de gemeente [gemeente] samen met anderen de bladblazer heeft weggenomen uit een wooncomplex. De verdachte had het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening en heeft zich toegang verschaft door middel van inklimming. Het hof heeft de verklaring van de verdachte, dat hij enkel wilde aantonen hoe gemakkelijk het was om goederen te stelen, niet aannemelijk geacht.

Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en het ten laste gelegde bewezen verklaard. De verdachte is veroordeeld tot een taakstraf in de vorm van een leerstraf Alcoholdelinquentie van 28 uren, met de waarschuwing dat bij niet-naleving vervangende hechtenis van 14 dagen kan worden opgelegd. Het hof heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is gepleegd en de persoonlijke situatie van de verdachte, die eerder soortgelijke misdrijven heeft gepleegd. De artikelen 22d, 22c (oud) en 310, 311 van het Wetboek van Strafrecht zijn toegepast.

Uitspraak

Arrest van 23 april 2009 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 9 april 2008 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1988] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. P.L. Hellinga, advocaat te Zwolle.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal veroordelen tot een leerstraf alcoholdelinquentie voor de duur van 28 uren subsidiair 14 dagen vervangende hechtenis.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat hij op of omstreeks 18 november 2007 in de gemeente [gemeente] tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een wooncomplex (gelegen aan het [straat]) heeft weggenomen een bladzuiger/bladblazer en/of een stofzuiger, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de vereniging van eigenaren van het [straat], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.
Verweer raadsvrouw
Door de raadsvrouw van verdachte is aangevoerd dat verdachte dient te worden vrijgesproken omdat bij hem het ten laste gelegde oogmerk om zich de bladblazer toe te eigenen ontbreekt.
Het hof verwerpt dit verweer. Door het goed uit een galerij van het appartementencomplex weg te nemen heeft verdachte - zij het van korte duur - als heer en meester over de bladblazer beschikt. Naar haar uiterlijke verschijningsvorm kwalificeert het hof deze gedraging als omvattend het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening. De verklaring van verdachte dat hij - daartoe geïnspireerd door een televisie-uitzending - met zijn daad slechts wilde aantonen dat het wegnemen van goederen erg gemakkelijk is, acht het hof niet aannemelijk geworden. Het hof heeft hierbij mede gelet op de verklaring van[naam 1], - zakelijk weergegeven - inhoudende: '[naam 2] en [verdachte] zeiden dat ze wat gingen stelen. [verdachte] riep mij van boven. Hij zei: "Kijk wat ik gevonden heb en wil jij deze opvangen".'
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat hij op 18 november 2007 in de gemeente [gemeente], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een wooncomplex (gelegen aan het [straat]) heeft weggenomen een bladzuiger/bladblazer toebehorende aan de vereniging van eigenaren van het [straat], waarbij verdachte het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van inklimming.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
Diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van inklimming.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft bij het bepalen van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder dit is gepleegd en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof het navolgende in beschouwing genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een gekwalificeerde diefstal van een bladblazer.
Uit een verdachte betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 16 december 2008, blijkt dat verdachte zich eerder aan soortgelijke misdrijven heeft schuldig gemaakt.
Uit een verdachte betreffend adviesrapport van verslavingszorg Tactus d.d. 31 maart 2008 blijkt dat verdachte door het gebruik van een combinatie van alcohol en drugs zijn eigen grenzen overschrijdt en vervalt in zijn oude patroon van het plegen van delicten. Om deze reden is de Taakstraf Alcoholdelinquentie geïndiceerd.
Het hof ziet daarom aanleiding - zoals ook door de advocaat-generaal gevorderd - te komen tot een taakstraf, in de vorm van een leerstraf, van na te melden duur.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 22d, 22c (oud) en 310, 311, van het Wetboek van Strafrecht.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot taakstraf, bestaande uit de leerstraf Alcoholdelinquentie, voor de duur van achtentwintig uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de leerstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van veertien dagen zal worden toegepast.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. J. Hielkema, voorzitter, mr. P. Koolschijn en
mr. L.T. Wemes, in tegenwoordigheid van G.G. Eisma als griffier.