ECLI:NL:GHARN:2009:BI2355
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep kort geding
- Rechtspraak.nl
De rechtsgeldigheid van een huuropzegging en de gevolgen van het intrekken van een woningaanbod
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 31 maart 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep over de rechtsgeldigheid van een huuropzegging door de geïntimeerde, mevrouw [geïntimeerde], van de woning die zij huurde van de stichting Vestion Wonen. De zaak is ontstaan na een kort geding waarin Vestion Wonen de ontruiming van de woning vorderde, omdat de huur zou zijn opgezegd. De kantonrechter had in eerste aanleg de vorderingen van Vestion afgewezen, omdat niet vaststond dat de huur onvoorwaardelijk was opgezegd en er geen bewijs was van overlast die aan de geïntimeerde kon worden toegerekend.
Het hof heeft de grieven van Vestion in hoger beroep gezamenlijk behandeld en geconcludeerd dat de opzegging van de huur door [geïntimeerde] rechtsgeldig was, omdat zij de opzegging mede had ondertekend. De handgeschreven toevoeging die de opzegging onder voorbehoud stelde, werd door het hof als niet voldoende bewijs gezien dat de opzegging niet geldig was. Het hof oordeelde dat Vestion redelijkerwijs had mogen aannemen dat [geïntimeerde] de huur per 1 maart 2008 wilde beëindigen, of eerder indien mogelijk.
Desondanks oordeelde het hof dat de vordering tot ontruiming niet kon worden toegewezen. Het hof overwoog dat [geïntimeerde] de intentie had om te verhuizen, maar dat het aanbod van woningcorporatie Domijn was ingetrokken, waardoor zij met haar gezin op straat zou komen te staan. Het hof vond het niet redelijk om Vestion in deze situatie te steunen, gezien de afhankelijkheid van [geïntimeerde] van sociale woningbouw en de onduidelijkheid over alternatieve huisvesting. De grieven van Vestion werden in dit opzicht verworpen, en het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter, waarbij Vestion werd veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.