ECLI:NL:GHARN:2009:BI2373
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- M. Mollema
- A. Kuiper
- J. de Hek
- Rechtspraak.nl
Boetebeding in uitzendovereenkomst en toerekenbaarheid van tekortkoming
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem diende, ging het om een geschil tussen Spyker Automobielen B.V. en De Garage B.V. over de toepassing van een boetebeding in de uitzendovereenkomst. De Garage had een boete van € 12.495,- geëist van Spyker, omdat een door haar voorgestelde kandidaat, [betrokkene], binnen vier maanden na de aanbieding door De Garage in dienst was genomen door Spyker, zonder dat De Garage hiervan op de hoogte was gesteld. De Garage stelde dat er een geldige raamovereenkomst bestond en dat Spyker toerekenbaar tekortgeschoten was in de nakoming van de verbintenis om De Garage te informeren over de indiensttreding van de kandidaat.
Het hof oordeelde dat de voorwaarden van De Garage, die als boetebeding waren gekwalificeerd, niet de verplichting bevatten om de indiensttreding van een kandidaat aan De Garage te melden. Het hof concludeerde dat Spyker niet toerekenbaar tekortgeschoten was in de nakoming van een verbintenis die aan het boetebeding was verbonden. Hierdoor was de vordering van De Garage niet toewijsbaar. Het hof vernietigde het vonnis van de rechtbank en wees de vorderingen van De Garage af, waarbij het hof ook de proceskosten voor beide instanties aan Spyker toekende.
De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke formuleringen in algemene voorwaarden, vooral met betrekking tot boetebedingen. Het hof wees erop dat een boetebeding alleen kan worden ingeroepen als er daadwerkelijk sprake is van een tekortkoming die aan de schuldenaar kan worden toegerekend. In dit geval was dat niet aangetoond, waardoor de vordering van De Garage niet kon worden toegewezen.