ECLI:NL:GHARN:2009:BI6067
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- M. de Bock
- A. Verschuur
- J. Wind
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van bewijs in een geschil over een overeenkomst van geldlening
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 19 mei 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen [appellant] en [geïntimeerde] betreffende een overeenkomst van geldlening van € 7.500,--. Het hof heeft in een eerder tussenarrest van 18 november 2008 overwogen dat indien kan worden vastgesteld dat bepaalde e-mails door [appellant] zijn verzonden, dit bewijs kan leveren voor het bestaan van de overeenkomst. [geïntimeerde] heeft gesteld dat deze e-mails door [appellant] zijn verzonden, maar [appellant] heeft betwist dat hij deze e-mails heeft opgesteld en heeft geen getuigen voorgebracht om zijn stelling te onderbouwen. Het hof heeft [appellant] in de gelegenheid gesteld om tegenbewijs te leveren, maar hij heeft hiervan afgezien.
Het hof heeft geconcludeerd dat het bewijs van de verzending van de e-mails door [appellant] voorshands is geleverd door [geïntimeerde]. Aangezien [appellant] geen tegenbewijs heeft geleverd, houdt het hof het ervoor dat de e-mails inderdaad door hem zijn verzonden. Dit leidt tot de conclusie dat de overeenkomst van geldlening van € 7.500,-- door [geïntimeerde] is bewezen. Het hof heeft de vonnissen van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 20 december 2006 en 2 mei 2007 bekrachtigd en [appellant] veroordeeld in de kosten van de procedure in hoger beroep, die zijn begroot op € 402,-- aan verschotten en € 948,-- aan salaris voor de advocaat.
De beslissing van het hof is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat [geïntimeerde] de kosten kan vorderen, ook al is er nog geen definitieve uitspraak in de zaak. Dit arrest is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, waarbij de rolraadsheer de uitspraak heeft gedaan.