ECLI:NL:GHARN:2009:BI8693
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- M. Mintjes
- A. Lensing
- J. Rutgers van der Loeff
- Dr. J. Schudel
- Drs. M. Poll
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep terbeschikkinggestelde na termijnoverschrijding
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 16 juni 2009 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van het hoger beroep van een terbeschikkinggestelde. De terbeschikkinggestelde had hoger beroep ingesteld tegen een beslissing van de rechtbank te Maastricht, die op 23 februari 2009 had besloten tot verlenging van de terbeschikkingstelling met een jaar. De beslissing van de rechtbank was op 11 maart 2009 aan de terbeschikkinggestelde betekend, en het hoger beroep werd pas op 1 mei 2009 ingesteld, wat na de wettelijke termijn van veertien dagen was. De raadsman van de terbeschikkinggestelde voerde aan dat zijn cliënt niet was gewezen op de termijn voor het instellen van hoger beroep, maar het hof oordeelde dat de terbeschikkinggestelde voldoende rechtskundige bijstand had en dat er geen medische onderbouwing was voor de stelling dat hij niet in staat was om het rechtsmiddel aan te wenden. Het hof concludeerde dat er geen omstandigheden waren die de termijnoverschrijding konden verontschuldigen. De terbeschikkinggestelde werd daarom niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep. De uitspraak werd gedaan door een kamer van het hof, bestaande uit de voorzitter en drie raadsheren, en werd openbaar uitgesproken op de genoemde datum.