ECLI:NL:GHARN:2009:BI9970
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- O. Anjewierden
- J.J. Beswerda
- F. Vellinga-Schootstra
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in hoger beroep wegens onduidelijk bewijs in gewapende overval
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 26 juni 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte was beschuldigd van een gewapende overval op een tankstation op 10 januari 2007, waarbij een geldbedrag van 434,60 euro was ontvreemd. De rechtbank had de verdachte eerder veroordeeld, maar in hoger beroep heeft het hof de zaak opnieuw beoordeeld. Het hof concludeerde dat er ernstige twijfels bestonden over de betrouwbaarheid van het bewijs, met name de duimafdruk die als bewijs tegen de verdachte werd gebruikt. De onduidelijkheid over de vindplaats van het dactyloscopische spoor en de manier waarop de match met de duimafdruk van de verdachte tot stand was gekomen, leidde het hof tot de conclusie dat dit bewijs niet als wettig en overtuigend kon worden aangemerkt. Hierdoor kon het hof niet vaststellen dat de verdachte het ten laste gelegde feit had gepleegd. Het hof sprak de verdachte vrij van de beschuldigingen en verklaarde de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding, aangezien er geen straf of maatregel aan de verdachte werd opgelegd. De kosten van het geding werden op nihil vastgesteld.