ECLI:NL:GHARN:2009:BJ1261

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
30 juni 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
107.002.168/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. Mollema
  • A. Kuiper
  • J. De Hek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bekrachtiging vonnis en kostenveroordeling in hoger beroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 30 juni 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep. Het hof bekrachtigt het vonnis waarvan beroep en veroordeelt de appellant in de kosten van het geding in hoger beroep. De kosten worden begroot op € 1.136,-- aan verschotten en € 2.446,50 aan geliquideerd salaris voor de advocaat van de geïntimeerde. Het arrest is uitvoerbaar bij voorraad voor wat betreft de kostenveroordeling.

De appellant, vertegenwoordigd door mr. J.V. van Ophem, had in eerste aanleg de rol van eiser in conventie en verweerder in reconventie. De geïntimeerde, vertegenwoordigd door mr. A.T. Bolt, was in eerste aanleg gedaagde in conventie en eiser in reconventie. Tijdens het proces heeft de appellant aangegeven af te zien van het horen van getuigen, wat invloed had op de verdere beoordeling van de zaak.

Het hof heeft in een eerder tussenarrest de appellant toegelaten tot het bewijs van een afgesproken uniform uurtarief van € 33,--, maar heeft vastgesteld dat de appellant geen bewijs heeft geleverd ter zake. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de grieven van de appellant, waaronder grief XI, niet slagen. De slotsom is dat het hof het vonnis waarvan beroep bekrachtigt en de appellant in de kosten van het geding in hoger beroep veroordeelt.

Uitspraak

Arrest d.d. 30 juni 2009
Zaaknummer 107.002.168/01
HET GERECHTSHOF TE ARNHEM
Nevenzittingsplaats Leeuwarden
Arrest van de eerste kamer voor burgerlijke zaken in de zaak van:
[appellant],
wonende te [woonplaats],
appellant,
in eerste aanleg: eiser in conventie en verweerder in reconventie,
hierna te noemen: [appellant],
advocaat: mr. J.V. van Ophem, kantoorhoudende te Leeuwarden,
tegen
[geïntimeerde],
wonende te [woonplaats],
geïntimeerde,
in eerste aanleg: gedaagde in conventie en eiser in reconventie,
hierna te noemen: [geïntimeerde],
advocaat: mr. A.T. Bolt, kantoorhoudende te Arnhem.
De inhoud van het tussenarrest d.d. 24 februari 2009 wordt hier overgenomen.
Het verdere procesverloop
Nadat een datum voor het horen van getuigen was bepaald, heeft [appellant] te kennen gegeven af te zien van het horen van getuigen.
Vervolgens hebben partijen de stukken wederom overgelegd voor het wijzen van arrest.
De verdere beoordeling
1. Bij bedoeld tussenarrest heeft het hof [appellant] toegelaten tot het bewijs van feiten en omstandigheden waaruit volgt dat eind februari/begin maart 2004 tussen hem en [geïntimeerde] met terugwerkende kracht een uniform uurtarief van € 33,-- is afgesproken.
2. Nu [appellant] ter zake geen bewijs heeft bijgebracht faalt ook grief VII.
Met betrekking tot grief XI:
3. Het falen van alle overige grieven brengt mede dat ook grief XI geen doel treft.
De slotsom.
4. Het vonnis waarvan beroep dient te worden bekrachtigd met veroordeling van [appellant] als de in het ongelijk te stellen partij in de kosten van het geding in hoger beroep (salaris advocaat: 1,5 punt tarief IV).
De beslissing
Het gerechtshof:
bekrachtigt het vonnis waarvan beroep;
veroordeelt [appellant] in de kosten van het geding in hoger beroep en begroot die aan de zijde van [geïntimeerde] tot aan deze uitspraak op € 1.136,-- aan verschotten en € 2.446,50 aan geliquideerd salaris voor de advocaat;
verklaart dit arrest voor wat de kostenveroordeling betreft uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen door mr. Mollema, voorzitter en mrs. Kuiper en De Hek, raden, en uitgesproken door de rolraadsheer ter openbare terechtzitting van dit hof van dinsdag 30 juni 2009 in bijzijn van de griffier.