ECLI:NL:GHARN:2009:BJ4303

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
6 juli 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002974-08
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van bedreiging met dood of zware mishandeling door verdachte

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 6 juli 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte, geboren in 1965 en wonende in een daklozenopvang, was beschuldigd van bedreiging van een brigadier van de Regiopolitie IJsselland, naar aanleiding van een incident op 18 september 2008. Tijdens een chaotische situatie in zijn woning, waar ook andere personen aanwezig waren, zou de verdachte de woorden hebben geuit: 'Jou pak ik wel, met jou werk ik nog wel af'. Deze uitlatingen leidden tot zijn aanhouding op bevel van de officier van justitie.

De advocaat-generaal vorderde een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken en toewijzing van een vordering tot tenuitvoerlegging. Het hof heeft echter geoordeeld dat de uitlatingen van de verdachte niet als een bedreiging kunnen worden gekwalificeerd. Het hof overwoog dat de woorden niet eenduidig zijn en dat de omstandigheden waarin ze werden geuit, niet zodanig waren dat de verbalisant deze als een ernstige bedreiging kon opvatten. Daarom heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten.

Daarnaast heeft het hof de vordering tot tenuitvoerlegging van de eerder voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf afgewezen, aangezien de verdachte niet schuldig werd bevonden aan de bedreiging. Deze uitspraak benadrukt het belang van de context en de interpretatie van uitlatingen in strafzaken.

Uitspraak

Parketnummer: 24-002974-08
Parketnummer eerste aanleg: 07-470448-08
Parketnummer tul: 07-410397-05
Arrest van 6 juli 2009 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 4 december 2008 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1965] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsvrouw Y. Kikkert, advocaat te Zwolle.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf en op een vordering tot tenuitvoerlegging beslist, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte ter zake van het ten laste gelegde zal veroordelen tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken, met een proeftijd van twee jaren. Voorts heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de vordering tot tenuitvoerlegging zal worden toegewezen.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 18 september 2008 in de gemeente [gemeente] [verbalisant], brigadier van de Regiopolitie IJsselland heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [verbalisant] dreigend de woorden toegevoegd : "Jou pak ik wel, met jou werk ik nog wel af", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Vrijspraak
Aan verdachte is ten laste gelegd dat hij [verbalisant] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, dan wel met zware mishandeling. Deze bedreiging zou er uit hebben bestaan dat hij deze [verbalisant] de woorden: "Jou pak ik wel, met jou werk ik nog wel af", heeft toegevoegd. Verdachte ontkent zich aldus te hebben uitgelaten. De raadsvrouw heeft ter zitting betoogd dat, indien voornoemde uitlating bewezen verklaard wordt, deze uitlating geen bedreiging oplevert.
Het hof overweegt het volgende.
Op 18 september 2008 omstreeks 11.30 uur kwamen verbalisanten, na een melding, naar de woning van verdachte. Verdachte - ambtshalve bekend bij de politie - woont in een woning van de daklozenopvang (RIBW). In zijn woning was onenigheid geweest tussen hem en [betrokkene]. Nadat verbalisanten de woning verlieten hoorden zij dat die [betrokkene] hen beledigde, waarop [betrokkene] werd aangehouden. Deze aanhouding vond plaats in de woning, alwaar op dat moment - naast verdachte en [betrokkene] - nog twee mannen aanwezig waren, alsook vijf politieagenten. Er ontstond een chaotische situatie. [betrokkene] werd na zijn aanhouding (geboeid) meegenomen naar het politiebureau. Een uur later, omstreeks 12.45 uur, is verdachte - op bevel tot aanhouding buiten heterdaad van de officier van justitie - aangehouden ter zake van bedreiging. Verbalisant [verbalisant] heeft verklaard dat hij verdachte hoorde zeggen: 'Jou pak ik nog wel', 'Met jou werk ik nog wel af', waarbij verdachte kwaad naar hem keek. Hij voelde zich door deze uitlating van verdachte met de dood bedreigd.
Nog daargelaten de vraag of de uitlating daadwerkelijk gebezigd is, levert deze uitlating naar het oordeel van het hof geen bedreiging op zoals ten laste gelegd. De woorden sluiten niet uit dat iets anders bedoeld is dan bedreiging met de dood of zware mishandeling. Evenmin blijkt dat de omstandigheden waaronder de gewraakte woorden werden geuit zodanig waren dat [verbalisant] die woorden redelijkerwijs slechts heeft kunnen opvatten als inhoudende een dergelijke ernstige bedreiging. Verdachte dient derhalve van dit feit te worden vrijgesproken.
Tenuitvoerlegging
Nu verdachte ter zake van het ten laste gelegde feit niet zal worden veroordeeld, zal het hof voormelde vordering van de officier van justitie afwijzen.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde niet bewezen en spreekt hem daarvan vrij;
wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf de veroordeelde voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter te Zwolle-Lelystad van 3 november 2006.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. G. Dam, voorzitter, mr. J.A. Wiarda en mr. H. Kalsbeek, in tegenwoordigheid van
mr. J. Brink als griffier, zijnde mrs. Wiarda en Kalsbeek voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.