2. Met inachtneming van hetgeen hiervoor is overwogen, staat in deze zaak het volgende vast.
2.1. [betrokkene] en [appellante] hebben op 21 april 2005 respectievelijk 13 mei 2005 een koopovereenkomst getekend met betrekking tot de verkoop van het appartementsrecht van [betrokkene] aan het Groenhof 117 te Almere.
2.2. Op grond van de koopovereenkomst diende [appellante] uiterlijk op 19 mei 2005 een bankgarantie te stellen dan wel een waarborgsom te storten. In de koopovereenkomst was tevens de ontbindende voorwaarde opgenomen dat de overeenkomst door [appellante] zou kunnen worden ontbonden, indien niet uiterlijk op 12 mei 2005 een financiering was verkregen. Beide termijnen heeft [appellante] zonder (voor)overleg met [betrokkene] gewijzigd naar 26 mei 2005.
2.3. Het passeren van de akte van levering diende op 1 juni 2005 plaats te vinden.
2.4. Bij fax van 25 mei 2005 heeft o.g. Zuiderzee B.V. (hierna: Zuiderzee), de bemiddelaar van [appellante], aan [geïntimeerde], de makelaar van [betrokkene], bericht:
"Hierbij bevestig ik naar aanleiding van het telefonisch onderhoud hedenmiddag dat afgesproken is dat er morgen, 26 mei, wederom telefonisch contact zal worden gehouden. Dit inzake de gevraagde verlenging van de ontbindende voorwaarden en bankgarantie tot en met 10 juni aanstaande. Zoals telefonisch besproken zijn er wat complicaties opgetreden tijdens de aanvraag bij de geldverstrekker waardoor wij om de aanvraag te completeren meer tijd nodig hebben."
2.5. Bij schrijven van 30 mei 2005 heeft [geïntimeerde] [appellante] "in gebreke gesteld" voor het niet nakomen van de verplichting tot het storten van de waarborgsom dan wel het afgeven van een bankgarantie.
2.6. Bij faxbericht van 2 juni 2005 heeft Zuiderzee aan [geïntimeerde] bericht:
"Onlangs ontving ik een schrijven van uw kantoor met betrekking tot het ingebreke stellen van de koper.
Hier gaan wij echter niet mee akkoord daar wij op 25 mei jl. een fax hebben gestuurd waarin aangegeven wordt dat de financiering niet op tijd rond zou zijn. Dit in verband met onverwachte complicaties tijdens de financieringsaanvraag.
Wij hebben namens de koper aangegeven, vóór het verstrijken van de termijn voor de ontbindende voorwaarden, dat er meer tijd benodigd is en wel tot en met 10 juni aanstaande.
Bijgevoegd vindt u de fax zoals wij deze verstuurde, inclusief de daarbij behorende faxbevestiging.
Ik hoop u hier voldoende mee te hebben geïnformeerd en zie deze, wellicht per abuis gemaakte fout, graag spoedig gecorrigeerd"
2.7. [geïntimeerde] heeft hierop bij faxbericht van 2 juni 2005 als volgt gereageerd:
"Met de nodige verbazing heb ik kennis genomen van de fax welke ik vandaag van u heb ontvangen. De daarin besproken fax van 25 mei jl. heb ik inderdaad van u ontvangen, waarin u aangeeft dat er eventueel nog enige vertraging zou zijn met betrekking tot de financiering van uw cliënt mevrouw [appellante].
Op dezelfde dag heb ik telefonisch contact met u gezocht en verzocht om meer informatie met betrekking tot de reden voor de vertraging mede in verband met de reeds eerdere verleende uitstel van de ontbindende voorwaarden financiering.
U kon mij deze informatie niet verstrekken en u stelde zelf voor dat ik de volgende dag, 26 mei, zou worden teruggebeld door de behandelaar van de hypotheek van uw cliënt alvorens we dit met de verkoper zouden bespreken en een eventueel verzoek tot nogmaals uitstel van de ontbindende voorwaarden financiering aan hen zouden voorleggen.
Wij hebben echter geen telefoontje van u noch uw collega mogen ontvangen alsmede geen faxbericht met een eventueel verzoek tot ontbinding van de koopovereenkomst conform artikel 19 van de getekende koopovereenkomst. (...)"
2.8. Op 3 juni 2005 heeft [geïntimeerde] [appellante] "in gebreke gesteld" voor het niet nakomen van de verplichting tot het meewerken aan de notariële eigendomsoverdracht.
2.9. Bij fax van 10 juni 2005 heeft Zuiderzee aan [geïntimeerde] nogmaals om uitstel van de ontbindende voorwaarden verzocht. Tevens gaf Zuiderzee daarbij aan dat indien deze verlenging niet verleend kon worden, [appellante] met deze fax "gebruik maakte van de ontbinding".
2.10. Bij fax van 21 juni 2005 heeft Zuiderzee namens [appellante] nog een beroep op ontbinding van de koopovereenkomst gedaan.
2.11. Bij schrijven van 28 juni 2005 heeft [geïntimeerde] aan [appellante] bevestigd dat vanwege de tekortkomingen van [appellante] de koopovereenkomst is ontbonden.
2.12. Bij schrijven van 25 juli 2005 heeft [geïntimeerde] aan [appellante] meegedeeld dat [betrokkene] aanspraak maakt op de contractuele boete van art. 13.2 van de koopovereenkomst ten bedrage van € 15.900,-, te vermeerderen met kosten van vergoeding en verhaal.