Vervolgens hebben Installned c.s. de stukken wederom overgelegd voor het wijzen van arrest.
De verdere beoordeling
Vaststaande feiten
1. Tegen de vaststelling van de feiten door de voorzieningenrechter in rechtsoverweging 2 (2.1 tot en met 2.6) van het vonnis zijn geen grieven gericht. In appel kan dan ook van deze feiten worden uitgegaan. Tezamen met hetgeen verder nog enerzijds is gesteld en anderzijds niet (voldoende) is betwist, komen de feiten op het volgende neer.
1.1. [geïntimeerde] heeft, nadat partijen hun voornemen daartoe hadden vastgelegd in een intentieverklaring en een aanvulling daarop, haar aandelen in Texstof B.V. (hierna: Texstof) op 2 januari 2006 verkocht en geleverd aan Installned c.s. voor een bedrag van in totaal € 100.000,00, waarvan de helft voldaan dient te worden door Installned (toen nog [persoonsnaam 2] Holding B.V. genaamd) en de andere helft door [persoonsnaam] Holding B.V. (hierna: [appellant 2]). Van de verkoopprijs is een bedrag van € 75.000,00 onbetaald gebleven. Voor dit bedrag hebben partijen een overeenkomst van geldlening gesloten. Blijkens de akte van levering van de aandelen heeft [geïntimeerde] nog een (nader te bepalen) vordering in rekening courant op Texstof. Het daarmee gemoeide bedrag is door [geïntimeerde] ten titel van geldlening aan Texstof beschikbaar gesteld. De akte bevat verder onder meer nog de volgende bepalingen:
"(...)
Geldigheid bepalingen intentieverklaring
Artikel 5.
Voor zover daarvan in deze akte geen nadere uitvoering is gegeven blijft tussen partijen van kracht hetgeen ter zake van de onderhavige transactie is overeengekomen in de intentieverklaring.
(...)
Non-concurrentie
Artikel 9.
1. Het is verkoper op straffe van verbeurte jegens koper van een door de enkele overtreding direct opeisbare boete van éénhonderdvijftig euro vijfhonderd euro (€ 500,00) voor iedere dag dat een overtreding voortduurt, verboden gedurende een periode van twee (2) jaar na heden, op enigerlei wijze direct of indirect werkzaam te zijn bij-, en financieel belang te hebben bij- of anderszins betrokken te zijn bij enige vennootschap of onderneming die binnen de Provincie Flevoland soortgelijke producten vervaardigt of verhandelt en/of diensten aanbiedt als de vennootschap thans vervaardigt, verhandelt of aanbiedt, zulks onverminderd het recht van koper en/of de vennootschap gebruik te naken van alle middelen die de wet of deze overeenkomst bieden.
2. Het bepaalde in lid 1 geldt ook voor comparant [geïntimeerde] in privé.
3. Van het bepaalde in dit artikel kan worden afgeweken bij een tussen verkoper en de vennootschap aan te sluiten overeenkomst als bedoeld in artikel 10 waarbij kan worden bepaald dat de termijn als hiervoor bedoeld zal worden verlengd voor de looptijd van die overeenkomst.
Managementovereenkomst
Artikel 10.
Tussen de verkoper en de vennootschap zal per één januari tweeduizendzes een managementovereenkomst van kracht zijn.
De bepalingen en bedingen van die overeenkomst zullen nader tussen partijen worden vastgelegd, zulks met inachtneming van de bepalingen van de intentieovereenkomst.
(...)
1.2. Partijen hebben nadere afspraken gemaakt over de terugbetaling van de geleende bedragen door Installned c.s. en door Texstof en over de door Installned c.s. te stellen zekerheden.
1.3. [geïntimeerde] heeft (in de persoon van haar d.g.a. [geïntimeerde]) werkzaamheden voor Texstof verricht tegen een vergoeding van € 4.500,00 per maand. [geïntimeerde] heeft deze overeenkomst in oktober 2008 opgezegd tegen ultimo december 2008.
1.4. Vanaf medio 2008 drijft [geïntimeerde] in Lelystad een gelijksoortige onderneming als Texstof onder de handelsnaam Varioshadow. Onder laatstgenoemde naam is omstreeks 30 juni 2008 in Lelystad een winkel geopend.
1.5. Bij vonnis in kort geding van 24 februari 2009 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Zwolle-Lelystad in een door [geïntimeerde] aanhangig gemaakte procedure tegen Installned c.s. en Texstof de vorderingen van [geïntimeerde] tegen [appellant 2] en Installned afgewezen en de vordering tegen Installned toegewezen tot een bedrag van € 30.000,00. De reconventionele vordering tot opheffing van een groot aantal ten laste van Installned c.s. en Texstof gelegde conservatoire derdenbeslagen is toegewezen voor zover het de ten laste van [appellant 2] en Texstof gelegde beslagen betrof en afgewezen voor wat betreft de ten laste van Installned gelegde beslagen.
1.6. Op 27 februari en 4 maart 2009 hebben Installned en [appellant 2], na verkregen verlof, ten laste van [geïntimeerde] conservatoir derdenbeslag doen leggen onder Texstof en de ABN Amro Bank. Op 4 maart 2009 heeft [appellant 2], eveneens na verkregen verlof, ten laste van [geïntimeerde] conservatoir derdenbeslag doen leggen onder Installned. Installned c.s. hebben in de beslagrekesten hun vordering op [geïntimeerde] begroot op € 120.000,00. Aan de gelegde beslagen hebben Installned c.s., blijkens de beslagrekesten, ten grondslag gelegd dat tussen hen en [geïntimeerde] een managementovereenkomst is gesloten (vastgelegd in een schriftelijk contract van 27 september 2007), dat [geïntimeerde] deze overeenkomst niet met inachtneming van de overeengekomen opzegtermijn van 12 maanden heeft opgezegd en dat hij het van deze overeenkomst deeluitmakende geheimhoudingsgebod alsmede het verbod tot het verrichten van nevenactiviteiten geschonden heeft.
1.7. [geïntimeerde] heeft aangifte gedaan van valsheid in geschrifte, omdat volgens hem de aan hem toegeschreven handtekening onder het managementcontract van 27 september 2007 vervalst is.
1.8. De voorzieningenrechter van de rechtbank Zwolle-Lelystad heeft in een vonnis van 7 april 2009, het vonnis waarvan beroep, de vordering van [geïntimeerde] tot opheffing van de gelegde beslagen toegewezen.
1.9. Na verkregen verlof hebben Installned c.s. op 16 april 2009 opnieuw conservatoir derdenbeslag ten laste van [geïntimeerde] doen leggen onder de ABN Amro Bank en onder Texstof. Tevens hebben zij conservatoir beslag doen leggen op een aantal roerende zaken van [geïntimeerde] alsmede conservatoir bewijsbeslag op een desktop en notebook van [geïntimeerde].
1.10. De voorzieningenrechter van de rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de door [geïntimeerde] ingestelde vordering tot opheffing van de in rechtsoverweging 1.8 vermelde beslagen bij vonnis van 28 april 2009 afgewezen.