ECLI:NL:GHARN:2009:BJ7027

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
4 september 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-000532-08
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in vervolging van verdachte na overschrijding redelijke termijn

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 4 september 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 14 februari 2008. Het openbaar ministerie was in eerste aanleg niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging van de verdachte, omdat de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid, EVRM met 42 maanden was overschreden. Het hof heeft echter geoordeeld dat deze overschrijding niet kan leiden tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie, ook niet in uitzonderlijke gevallen. Het hof heeft de zaak terugverwezen naar de rechtbank Zwolle-Lelystad om opnieuw recht te doen op basis van de bestaande inleidende dagvaarding, met inachtneming van het arrest van het hof.

De verdachte was niet ter terechtzitting verschenen, maar zijn raadsvrouw, mr. S. Koster, was wel aanwezig. De advocaat-generaal had gevorderd dat het hof het vonnis van de eerste rechter zou vernietigen en de zaak zou terugverwijzen naar de rechtbank. Het hof heeft deze vordering gehonoreerd en het vonnis van de rechtbank vernietigd. Het hof heeft vastgesteld dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in de vervolging en dat de zaak opnieuw behandeld moet worden door de rechtbank Zwolle-Lelystad.

De tenlastelegging omvatte meerdere feiten, waaronder valsheid in geschrift en het gebruik van telecommunicatiediensten zonder volledige betaling. De verdachte en zijn mededaders zouden zich schuldig hebben gemaakt aan het valselijk opmaken van gegevens in een database van een telecommunicatiebedrijf, en het omzetten van sim-kaarten van pre-paid naar post-paid zonder betaling. Het hof heeft in zijn uitspraak de nadruk gelegd op de noodzaak om de zaak opnieuw te beoordelen, waarbij de rechten van de verdachte en de eisen van een eerlijk proces in acht moeten worden genomen.

Uitspraak

Parketnummer: 24-000532-08
Parketnummer eerste aanleg: 07-790005-06
Arrest van 4 september 2009 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 14 februari 2008 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1973] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
niet ter terechtzitting verschenen. Wel verschenen is de raadsvrouw van verdachte mr. S. Koster, advocaat te Amsterdam.
Het vonnis waarvan beroep
De rechtbank Zwolle-Lelystad heeft bij voormeld vonnis het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging van verdachte.
Gebruik van het rechtsmiddel
De officier van justitie is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen. Hij heeft dit hoger beroep aan verdachte doen betekenen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
De raadsvrouw van verdachte heeft verklaard uitdrukkelijk te zijn gemachtigd verdachte ter terechtzitting te verdedigen.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis van de eerste rechter zal vernietigen en de zaak zal terugverwijzen naar de rechtbank om aldaar te worden berecht en afgedaan.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 01 oktober 2002 tot en met 01 november 2003 in de gemeente [gemeente 1] en/of [gemeente 2] en/of elders in Nederland, meermalen op verschillende tijdstippen, althans eenmaal, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/of alleen het HLR ((Home Location Register), zijnde een duurzame database) van het bedrijf [bedrijfsnaam], - (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt of vervalst, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s)(telkens) valselijk
- ingelogd (in een deel) van het HLR en/of (vervolgens) onbevoegd in genoemde database de aan één of meer door het bedrijf [bedrijfsnaam] uitgegeven sim-kaarten gekoppelde status en/of (gebruikers) gegevens en/of mogelijkheden gewijzigd (aan- en/of uitgezet danwel anderszins gewijzigd) en/of
- (aldus) in het HLR genoemde sim-kaarten onbevoegd omgezet van pre-paid naar post-paid (waardoor met genoemde sim-kaarten gratis kon worden gebeld), zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
2.
hij in of omstreeks de periode van 01 oktober 2002 tot en met 01 november 2003 in de gemeente(n) [gemeente 1] en/of [gemeente 2] en/of (elders) in Nederland meermalen op verschillende tijdstippen, althans eenmaal tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/of alleen, (telkens) met het oogmerk daarvoor niet volledig te betalen, door een of meer technische ingrepen en/of met behulp van (een) vals(e) signa(al(en), gebruik heeft gemaakt van een dienst die via telecommunicatie aan het publiek werd aangeboden, hebbende hij, verdachte, en/of diens mededader(s), in het bezit zijnde van een (pre-paid) sim-kaart, met het telefoonnummer [nummer], uitgegeven door het (telecommunicatiebedrijf [bedrijfsnaam])
- als werknemer bij het bedrijf [bedrijfsnaam] (door middel van een software programma
GSMHLR) ingelogd in (een deel van) het HLR (Home Location Register, zijnde een
duurzame database) van hetbedrijf [bedrijfsnaam], en/of
- (vervolgens, in genoemde database) de aan genoemde simkaart gekoppelde status en/of (gebruikers)gegevens en/of mogelijkheden gewijzigd (aan- en/of uitgezet danwel anderszins gewijzigd), en/of
- (aldus) genoemde simkaart omgezet van pre-paid naar post-paid, en/of
- (aldus) genoemde simkaart "opgewaardeerd", althans het beltegoed van de
betreffende (pre-paid) simkaart verhoogd, en/of
- (waarbij, althans tengevolge waarvan) aan genoemde (thans post-paid) simkaart geen gebruikers- en/of abonnementsgegevens gekoppeld waren (tengevolge waarvan het bedrijf [bedrijfsnaam] de gebruiker van de genoemde sim-kaart geen rekening voor de geleverde/afgenomen diensten kon sturen), en/of
- (waarna) door middel van genoemde (omgezette/aangepaste) sim-kaart (veelvuldig) is gebeld en/of gebruik gemaakt van de door het bedrijf [bedrijfsnaam] via telecommunicatie aangeboden/geleverde diensten(en) zonder dat daarvoor (volledig) werd betaald;
3.
hij op of omstreeks de periode van 1 oktober 2002 tot en met 1 oktober 2003, in de gemeente [gemeente 1] en/of [gemeente 2], althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/of alleen, één of meer voorwerp(en), te weten een of meer (van het telecommunicatiebedrijf [bedrijfsnaam] afkomstige) sim-kaartjes, heeft verworven,
voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, althans van de/een voorwerp(en), te weten één of meer simkaartjes, gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dat bovenomschreven voorwerp - onmiddellijk of middellijk- afkomstig was uit enig misdrijf;.
De ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de vervolging
In haar vonnis van 14 februari 2008 heeft de rechtbank vastgesteld dat de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid, EVRM dermate is overschreven, te weten met 42 maanden, dat het openbaar ministerie niet ontvankelijk verklaard dient te worden in de vervolging.
Het hof overweegt dat overschrijding van de redelijke termijn niet kan leiden tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie, ook niet in uitzonderlijke gevallen.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het openbaar ministerie ontvankelijk in de vervolging;
wijst de zaak terug naar de rechtbank Zwolle-Lelystad om op de bestaande inleidende dagvaarding opnieuw recht te doen, met inachtneming van 's hofs arrest.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. O. Anjewierden, voorzitter, mr. J. Hielkema en mr. H. Kalsbeek, in tegenwoordigheid van H. Pool als griffier, zijnde mr. Kalsbeek voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.