ECLI:NL:GHARN:2009:BJ7027
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- O. Anjewierden
- J. Hielkema
- H. Kalsbeek
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in vervolging van verdachte na overschrijding redelijke termijn
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 4 september 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 14 februari 2008. Het openbaar ministerie was in eerste aanleg niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging van de verdachte, omdat de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid, EVRM met 42 maanden was overschreden. Het hof heeft echter geoordeeld dat deze overschrijding niet kan leiden tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie, ook niet in uitzonderlijke gevallen. Het hof heeft de zaak terugverwezen naar de rechtbank Zwolle-Lelystad om opnieuw recht te doen op basis van de bestaande inleidende dagvaarding, met inachtneming van het arrest van het hof.
De verdachte was niet ter terechtzitting verschenen, maar zijn raadsvrouw, mr. S. Koster, was wel aanwezig. De advocaat-generaal had gevorderd dat het hof het vonnis van de eerste rechter zou vernietigen en de zaak zou terugverwijzen naar de rechtbank. Het hof heeft deze vordering gehonoreerd en het vonnis van de rechtbank vernietigd. Het hof heeft vastgesteld dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in de vervolging en dat de zaak opnieuw behandeld moet worden door de rechtbank Zwolle-Lelystad.
De tenlastelegging omvatte meerdere feiten, waaronder valsheid in geschrift en het gebruik van telecommunicatiediensten zonder volledige betaling. De verdachte en zijn mededaders zouden zich schuldig hebben gemaakt aan het valselijk opmaken van gegevens in een database van een telecommunicatiebedrijf, en het omzetten van sim-kaarten van pre-paid naar post-paid zonder betaling. Het hof heeft in zijn uitspraak de nadruk gelegd op de noodzaak om de zaak opnieuw te beoordelen, waarbij de rechten van de verdachte en de eisen van een eerlijk proces in acht moeten worden genomen.