ECLI:NL:GHARN:2009:BJ7083
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- M. Rowel-van der Linde
- A. Kuiper
- J. Fikkers
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van contractuele medehuurder voor huurbetalingen en hoofdelijke aansprakelijkheid ten opzichte van verhuurder
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van een contractuele medehuurder voor huurbetalingen aan de verhuurder, in dit geval de stichting Woningstichting Centrada. De appellant, die in eerste aanleg gedaagde was, heeft hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad, waarin zijn vorderingen werden afgewezen. De huurovereenkomst werd op 27 april 2005 gesloten door de appellant en een medehuurder voor een woning in Lelystad. Het huurreglement bepaalt dat bij meerdere huurders ieder hoofdelijk aansprakelijk is voor de volledige huurprijs. De appellant heeft in hoger beroep twee grieven ingediend, waarbij hij betoogt dat de kantonrechter onvoldoende rekening heeft gehouden met zijn omstandigheden en dat hij niet voldoende in zijn verweer is gehoord.
De feiten zijn als volgt: de medehuurder heeft de woning begin 2008 verlaten, en de appellant heeft het exclusieve gebruik van de woning gekregen. De verhuurder heeft de medehuurder per 23 februari 2008 uit haar verplichtingen ontslagen, maar de appellant blijft aansprakelijk voor de huurbetalingen. De kantonrechter heeft in zijn vonnis geoordeeld dat de huurachterstand van de appellant de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt. Het hof heeft de grieven van de appellant verworpen, omdat hij niet voldoende heeft onderbouwd dat de omstandigheden die hij aanvoert, de non-betaling rechtvaardigen.
Het hof heeft geoordeeld dat de appellant hoofdelijk aansprakelijk blijft voor de huurbetalingen, ongeacht of de medehuurder de woning nog bewoont. De beslissing van de kantonrechter is bekrachtigd, en de appellant is veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep. Het hof heeft geen termen aanwezig geacht voor het toewijzen van wettelijke rente over de proceskosten, zoals door de appellant was gevorderd. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van huurders in een hoofdelijk aansprakelijkheidsconstructie en de gevolgen van het niet nakomen van huurbetalingen.