ECLI:NL:GHARN:2009:BJ7590
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- A. Anjewierden
- J. Zwerwer
- L. Laméris-Tebbenhoff Rijnenberg
- Rechtspraak.nl
Vergoeding voor immateriële schade na onterecht ondergane detentie
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, op 11 september 2009 uitspraak gedaan in een verzoek om schadevergoeding op grond van artikel 89 van het Wetboek van Strafrecht. Verzoeker, geboren in 1961, heeft een verzoek ingediend voor een schadevergoeding van € 285,- voor immateriële schade die hij heeft geleden als gevolg van een onterecht ondergane detentie. De detentie vond plaats in het kader van een strafzaak die in eerste aanleg werd behandeld door de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad onder parketnummer 07-460376-06. In hoger beroep, onder parketnummer 24-000524-07, is verzoeker op 30 november 2007 vrijgesproken door het Gerechtshof Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden. Het arrest is onherroepelijk geworden op 29 december 2007, en de strafzaak is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel.
Het hof heeft op 28 augustus 2009 in openbare raadkamer de stukken bekeken, waaronder het verzoekschrift en de relevante stukken van de strafzaak. Het hof heeft vastgesteld dat verzoeker drie dagen in verzekering heeft doorgebracht en dat hij tijdig en op de juiste wijze het verzoek om schadevergoeding heeft ingediend. Gezien de omstandigheden heeft het hof geoordeeld dat er gronden van billijkheid aanwezig zijn om verzoeker een schadevergoeding toe te kennen voor de immateriële schade die hij heeft geleden door de onterecht ondergane detentie.
In de beslissing heeft het hof de schadevergoeding van € 285,- toegewezen aan verzoeker, en het meer of anders verzochte afgewezen. De voorzitter en de griffier hebben de beschikking ondertekend, en de tenuitvoerlegging van het bedrag is bevolen door overmaking op een bankrekening ten name van Stichting Derdengelden VEWE Salland.