ECLI:NL:GHARN:2009:BJ7600
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- H.M. Poelman
- S.H. Wachter
- H.J. de Ruijter
- Rechtspraak.nl
Ongegrondverklaring bezwaarschrift tegen omzetting werkstraf in vervangende hechtenis
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 11 september 2009 uitspraak gedaan over het bezwaarschrift van de veroordeelde tegen de omzetting van zijn werkstraf in vervangende hechtenis. De veroordeelde was eerder op 3 mei 2007 veroordeeld tot een taakstraf van 80 uren, met de voorwaarde dat bij niet-naleving vervangende hechtenis van 40 dagen zou worden opgelegd. De veroordeelde heeft echter slechts 7 uren van de werkstraf uitgevoerd en heeft niet gereageerd op meerdere uitnodigingen van de reclassering. Het hof heeft vastgesteld dat de werkstraf is mislukt, voornamelijk door het gebrek aan communicatie van de veroordeelde met de reclassering en zijn afwezigheid bij de uitvoering van de werkstraf.
Tijdens de behandeling van het bezwaarschrift op 28 augustus 2009 heeft de veroordeelde aangevoerd dat hij druk bezig was met het op orde brengen van zijn gezinsleven en het verwerven van inkomsten. Hij stelde dat hij nu in staat was om de werkstraf uit te voeren, maar het hof oordeelde dat de veroordeelde onvoldoende had gedaan om zijn situatie te verbeteren en dat hij had moeten reageren op de uitnodigingen van de reclassering. Het hof concludeerde dat de veroordeelde verantwoordelijk was voor het falen van de werkstraf en dat zijn argumenten voor het niet uitvoeren van de werkstraf niet voldoende waren om de omzetting in vervangende hechtenis te weerleggen.
Uiteindelijk heeft het hof het bezwaarschrift van de veroordeelde ongegrond verklaard, waarmee de omzetting van de werkstraf in vervangende hechtenis werd bevestigd. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van de veroordeelde om actief deel te nemen aan de uitvoering van zijn straf en de noodzaak om te communiceren met de reclassering.