ECLI:NL:GHARN:2009:BJ7709
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- M. Laméris-Tebbenhoff Rijnenberg
- Rechtspraak.nl
Verzoek om vergoeding uit 's Rijks kas in strafzaak
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 15 september 2009 uitspraak gedaan in een verzoek ex artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering. Verzoeker, geboren in 1972 en woonachtig te Utrecht, heeft een verzoek ingediend voor een vergoeding van gemaakte kosten en geleden schade in een strafzaak. Het verzoek betreft een bedrag van € 7.925,00, plus kosten voor de indiening van het verzoekschrift. De behandeling vond plaats in openbare raadkamer op 1 september 2009, waarbij het hof de advocaat-generaal heeft gehoord en de relevante stukken heeft bekeken.
Het hof heeft vastgesteld dat tegen verzoeker een strafzaak aanhangig is geweest, die in eerste aanleg door de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad is behandeld. In hoger beroep is deze zaak door het hof behandeld, en het arrest is onherroepelijk geworden op 29 oktober 2008. De strafzaak eindigde zonder oplegging van straf of maatregel, en verzoeker heeft tijdig het verzoek ingediend op 5 januari 2009.
Na beoordeling van het verzoek heeft het hof geconstateerd dat verzoeker kosten heeft gemaakt voor rechtsbijstand, die het hof billijk acht om te vergoeden. De totale vergoeding die aan verzoeker is toegekend bedraagt € 8.200,00, bestaande uit € 7.925,00 voor de kosten van de raadsman en € 275,00 voor de kosten van het verzoekschrift. Het hof heeft het meer of anders verzochte afgewezen. De beslissing is ondertekend door de voorzitter en de griffier, en de tenuitvoerlegging van het bedrag is bevolen.