ECLI:NL:GHARN:2009:BJ8163
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- S.H. Wachter
- G.M. Meijer-Campfens
- G.J. Niezink
- Rechtspraak.nl
Ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel na diefstallen en deelname aan een criminele organisatie
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 21 september 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad. De veroordeelde, geboren in 1984 en thans verblijvende in PI Tilburg, was eerder veroordeeld voor meerdere diefstallen en deelname aan een criminele organisatie. Het hof heeft vastgesteld dat de veroordeelde uit zijn strafbare feiten een wederrechtelijk verkregen voordeel heeft behaald, geschat op € 8.000,-. De rechtbank had de betalingsverplichting voor de ontneming van dit voordeel vastgesteld op € 6.544,79.
De advocaat-generaal had in hoger beroep gevorderd dat het bedrag aan wederrechtelijk voordeel zou worden vastgesteld op € 8.544,79. Het hof heeft echter het eerdere vonnis vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof heeft de vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding, die was toegewezen tot een bedrag van € 1.455,21, in mindering gebracht op het geschatte voordeel. Hierdoor is het wederrechtelijk verkregen voordeel vastgesteld op € 6.544,79.
Het hof heeft gelet op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht en heeft de veroordeelde de verplichting opgelegd om dit bedrag aan de Staat te betalen ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel. De uitspraak is gedaan door een meervoudige strafkamer, waarbij de voorzitter en de andere rechters aanwezig waren, en is ondertekend door de griffier.