ECLI:NL:GHARN:2009:BJ8535
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- M.J. Stolwerk
- G. Mintjes
- F.J.H. Rutgers van der Loeff
- Rechtspraak.nl
Verlenging van terbeschikkingstelling en ontvankelijkheid openbaar ministerie
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 22 september 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een betrokkene. De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft betoogd dat het openbaar ministerie niet ontvankelijk is in de vordering tot verlenging, omdat de vordering niet vergezeld ging van twee onafhankelijke gedragsdeskundigen. Het hof verwerpt dit verweer, oordelend dat de vordering wel degelijk aan de vereisten voldoet. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de vordering van de officier van justitie vergezeld was van de benodigde adviezen, maar er was twijfel over de onafhankelijkheid van een van de deskundigen. Het hof concludeert dat er geen reden is om de niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie uit te spreken, aangezien er geen bewuste schending van de belangen van de betrokkene is aangetoond.
Daarnaast heeft de raadsman aangevoerd dat de rechtbank niet tijdig op de verlengingsvordering heeft beslist. Het hof oordeelt dat de overschrijding van de beslistermijn niet leidt tot afwijzing van de vordering, omdat de rechtbank zorgvuldige redenen heeft gegeven voor de termijnoverschrijding. Het hof vernietigt de beslissing van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 4 mei 2009, omdat deze niet binnen de wettelijk vereiste termijn heeft beslist. Het hof verlengt de terbeschikkingstelling met twee jaar, gelet op de ernst van de situatie van de betrokkene, die lijdt aan een schizo-affectieve stoornis en een hoog risico op herhaling van agressieve delicten vertoont. De klinische adviezen ondersteunen de noodzaak van deze verlenging, gezien de aanhoudende delictgevaarlijkheid van de betrokkene.