ECLI:NL:GHARN:2009:BK1409

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
23 juni 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.014.359/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. Rowel-van der Linde
  • A. Kuiper
  • F. Fikkers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de ontvangst van brieven en overtreding van een verbod op het plaatsen van affiches door Bizon Mediagroep B.V.

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 27 oktober 2009, staat de appellante, Bizon Mediagroep B.V., centraal. Bizon heeft in hoger beroep de beslissing van de rechtbank aangevochten, waarin werd geoordeeld dat zij dwangsommen had verbeurd wegens het overtreden van een verbod op het plaatsen van affiches zonder vergunning. De gemeente Zwolle, als geïntimeerde, heeft de dwangsommen opgelegd en verdedigt haar standpunt dat Bizon de relevante brieven heeft ontvangen.

Het hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat het verweer van Bizon, dat zij de brieven van de gemeente niet heeft ontvangen, onvoldoende gemotiveerd is. Bizon heeft erkend dat een bevestigingsbrief van de gemeente, gedateerd 31 juli 2006, namens haar is verzonden, maar stelt dat deze niet betrekking heeft op de brieven die verband houden met de verbeurde dwangsommen. Het hof oordeelt echter dat de ontvangst van deze brief voldoende aannemelijk is gemaakt, en dat Bizon niet heeft aangetoond dat er andere brieven zijn waarvan de ontvangst niet is bevestigd.

Daarnaast heeft het hof de door de gemeente overgelegde foto's beoordeeld, waaruit blijkt dat Bizon het verbod op het plaatsen van affiches heeft overtreden. Het hof concludeert dat het niet noodzakelijk is dat deze constatering in de vorm van een proces-verbaal moet worden vastgelegd. De foto's dragen datums die overeenkomen met de bijlagen bij de brieven van de gemeente, wat de overtreding bevestigt.

Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de rechtbank bekrachtigd en Bizon veroordeeld in de kosten van de procedure in hoger beroep. De grieven van Bizon zijn in hun geheel afgewezen, en het hof heeft geoordeeld dat de invordering van de dwangsommen niet in strijd is met de redelijkheid en billijkheid, gezien de commerciële motieven van Bizon om het verbod te overtreden.

Uitspraak

Arrest d.d. 27 oktober 2009
Zaaknummer 200.014.359/01
HET GERECHTSHOF TE ARNHEM
Nevenzittingsplaats Leeuwarden
Arrest van de eerste kamer voor burgerlijke zaken in de zaak van:
Bizon Mediagroep B.V.,
gevestigd te [plaats],
appellante,
in eerste aanleg: eiseres,
hierna te noemen: Bizon,
advocaat: mr. A.A. Westers, kantoorhoudende te Groningen,
tegen
Gemeente Zwolle,
zetelende te Zwolle,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna te noemen: de gemeente,
advocaat: mr. W.E. Klostermann, kantoorhoudende te Zwolle.
De inhoud van het tussenarrest d.d. 23 juni 2009 wordt hier overgenomen.
Het verdere procesverloop
Beide partijen hebben een akte genomen.
Vervolgens hebben partijen de stukken wederom overgelegd voor het wijzen van arrest.
De verdere beoordeling
1. Ten aanzien van het verweer van Bizon dat zij de brieven van de gemeente niet heeft ontvangen, heeft het hof reeds geoordeeld dat dit verweer vooralsnog onvoldoende gemotiveerd was. Het hof heeft Bizon in de gelegenheid gesteld te reageren op de door de gemeente in het geding gebrachte brief van de secretaresse van de advocaat van Bizon d.d. 2 augustus 2006 waarbij zij de ontvangst van een brief van de gemeente d.d. 31 juli 2006 inzake Bizon/gemeente Zwolle heeft bevestigd.
2. Bizon erkent bij akte dat deze brief namens haar is verzonden, doch zij stelt dat deze niet betrekking kan hebben op een van de brieven ter zake van de verbeurde dwangsommen.
Het hof acht deze reactie niet steekhoudend. De als productie 2 bij conclusie van antwoord in eerste aanleg in het geding gebrachte lijst van geconstateerde reclame-objecten bij inspectie op 16, 18 en 22 mei 2006 draagt als datumstempel 31 juli 2006. De secretaresse bevestigt de ontvangst van een brief in de zaak tussen Bizon en de gemeente van 31 juli 2006. Bizon heeft niet aangegeven van welke andere brief de ontvangst hiermee dan zou zijn bevestigd, terwijl dat toch het minste was wat van haar verlangd had mogen worden.
3. Het hof acht dan ook voldoende aannemelijk geworden dat Bizon de brief van 31 juli 2006 wel degelijk heeft ontvangen. Haar opstelling op dit punt maakt dat ook haar eerst in appel gedane ontkenning van de ontvangst van de overige brieven van de kant van de gemeente door het hof als volstrekt ongeloofwaardig wordt beoordeeld.
Grief I faalt dan ook geheel, evenals het daarop voortbouwende primaire deel van grief III.
4. Het hof heeft Bizon voorts uitgenodigd zich uit te laten over de door de gemeente in het geding gebracht foto's waaruit zou moeten blijken dat Bizon toch affiches heeft geplaatst, ondanks het verbod opgenomen in het besluit van 7 december 2005. Bizon meldt in haar akte slechts dat niet uit een proces-verbaal blijkt op welke datum de foto's precies zijn genomen.
Het hof acht ook dit verweer volstrekt onvoldoende. De fotobladen die zijn overgelegd dragen allemaal een datum. Deze data corresponderen weer met de bijlagen bij de brieven waarop de gemeente de dwangsommen opvordert. Niet is vereist dat de constatering daarvan in de vorm van een proces-verbaal moet geschieden.
Het hof acht dan ook voldoende aangetoond dat Bizon het haar geldende verbod heeft overtreden.
5. Ook grief II is tevergeefs voorgesteld.
6. In grief IV betoogt Bizon dat de redelijkheid en billijkheid zich tegen de verbeurte van de dwangsommen verzetten. Ook deze grief, die amper is toegelicht, snijdt geen hout. Bizon heeft welbewust, op commerciële gronden, het tegen haar geldende verbod overtreden om affiches aan te plakken zonder benodigde vergunning. Dat de invordering van de op dit verbod gestelde dwangsom in dit licht naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar moet worden geacht, kan het hof niet inzien.
7. De grieven V, VI en VII , die zich respectievelijk tegen de slotsom, de kostenveroordeling en het dictum van het vonnis richten, ontberen zelfstandig belang en behoeven geen verdere bespreking. Zij delen het lot van de overige grieven.
De slotsom
8. Het hof zal het vonnis waarvan beroep bekrachtigen en Bizon, als de in het ongelijk gestelde partij, in de kosten van de procedure in hoger beroep veroordelen, voor wat het geliquideerde salaris van de advocaat betreft te begroten op 1 punt naar tarief III.
De beslissing
Het gerechtshof:
bekrachtigt het vonnis waarvan beroep;
veroordeelt Bizon in de kosten van het geding in hoger beroep en begroot die aan de zijde van de gemeente tot aan deze uitspraak op € 303,-- aan verschotten en € 1.158,-- aan geliquideerd salaris voor de advocaat.
Aldus gewezen door mrs. Rowel-van der Linde, voorzitter, Kuiper en Fikkers, raden, en uitgesproken door de rolraadsheer ter openbare terechtzitting van dit hof van dinsdag 27 oktober 2009 in bijzijn van de griffier.