ECLI:NL:GHARN:2009:BK2887
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- M. Mollema
- A. Kuiper
- J. de Hek
- Rechtspraak.nl
Kwalificatie van huurovereenkomst voor reclameplaatsing als overeenkomst van opdracht
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 10 november 2009, staat de kwalificatie van een huurovereenkomst voor reclameplaatsing centraal. De appellante, Clingendael International Publicity Planning B.V., had een overeenkomst met een geïntimeerde partij, die niet verschenen was. Clingendael stelde dat zij bij de voortijdige opzegging van de overeenkomst recht had op het volledige loon, maar het hof oordeelde dat dit niet het geval was. Clingendael had geen specifieke kosten kunnen aantonen die zij had gemaakt in verband met de overeenkomst, en het hof vond het redelijk om het loon te beperken tot een vastgesteld bedrag van € 300,--, inclusief BTW, voor de periode na de opzegging.
Het hof vernietigde het vonnis van de kantonrechter en veroordeelde de geïntimeerde tot betaling van een nota van € 1.082,87, inclusief BTW, voor het tweede jaar, en het eerder vastgestelde redelijke loon. De wettelijke rente over deze bedragen werd vastgesteld vanaf 21 juni 2007 tot de dag van algehele voldoening. Daarnaast werden de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten afgewezen, omdat niet was aangetoond dat er andere werkzaamheden waren verricht dan die onder artikel 241 Rv vallen.
Het hof compenseerde de proceskosten, zodat elke partij de eigen kosten droeg. Dit arrest is een belangrijke uitspraak over de kwalificatie van overeenkomsten en de rechten van opdrachtnemers bij tussentijdse opzegging.