ECLI:NL:GHARN:2009:BK3699
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- J. Janse
- A. Wind
- T. Tjallema
- Rechtspraak.nl
Contragarantie en verbeuren boete in hypotheekovereenkomst
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 17 november 2009, gaat het om een hoger beroep van ING Bank N.V. tegen een vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad. ING had in eerste aanleg een vordering ingesteld op basis van een contragarantie die was verstrekt door de geïntimeerde, [geïntimeerde], in verband met een hypotheekofferte voor de aankoop van een woning. De rechtbank had de vordering van ING afgewezen, wat ING ertoe bracht om hoger beroep in te stellen.
De feiten van de zaak zijn als volgt: [geïntimeerde] had een hypotheekofferte aangevraagd bij ING voor de aankoop van een woning en ING had zich garant gesteld voor 10% van de koopsom. Na het verstrijken van het financieringsvoorbehoud heeft ING echter afgezien van de financiering, waarna de verkoper de bankgarantie bij ING heeft ingeroepen. ING heeft vervolgens de contragarantie ingeroepen, maar [geïntimeerde] heeft niet betaald.
In het hoger beroep heeft ING zes grieven ingediend. Het hof heeft de grieven beoordeeld en geconcludeerd dat de rechtbank ten onrechte had aangenomen dat ING 10% van de koopsom had gefinancierd. Het hof oordeelde dat ING zich garant had gesteld voor de boete van 10% die [geïntimeerde] zou verbeuren bij niet-nakoming van zijn verplichtingen. Het hof heeft de vordering van ING alsnog toewijsbaar geacht en [geïntimeerde] veroordeeld tot betaling van € 41.500,-, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 1 februari 2006.
De slotsom van het hof was dat het vonnis van de rechtbank werd vernietigd en dat [geïntimeerde] in de kosten van beide instanties werd veroordeeld. Dit arrest benadrukt de juridische principes rondom contragarantie en de verplichtingen van partijen in hypotheekovereenkomsten.