ECLI:NL:GHARN:2009:BK5384
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- M. Melssen
- A. Garos
- J. Kostense
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot uithuisplaatsing van minderjarige in het belang van verzorging en opvoeding
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 3 december 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep over de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [het kind]. De vader, die in beroep ging, was van mening dat de uithuisplaatsing niet gerechtvaardigd was en dat hij in staat was om voor [het kind] te zorgen. De moeder en Bureau Jeugdzorg Flevoland (BJZ) stelden echter dat de vader niet in staat was om het belang van [het kind] boven zijn eigen belangen te stellen en dat de uithuisplaatsing noodzakelijk was voor de emotionele en pedagogische ontwikkeling van [het kind].
Het hof heeft in zijn beoordeling de zorgen van BJZ en de Raad voor de Kinderbescherming meegewogen. De Raad had eerder een onderzoek ingesteld naar de noodzaak van de uithuisplaatsing en concludeerde dat de vader niet in staat was om een veilige en stabiele omgeving voor [het kind] te bieden. De vader had moeite met het hanteren van de opvoedingsverantwoordelijkheden en de omgangsregeling met de moeder was problematisch. Het hof oordeelde dat de uithuisplaatsing van [het kind] noodzakelijk was in het belang van zijn verzorging en opvoeding.
De uitspraak van het hof bevestigde de eerdere beschikking van de kinderrechter, waarbij de machtiging tot uithuisplaatsing was verleend en verlengd. Het hof benadrukte dat de vader, ondanks zijn inspanningen om zijn pedagogische vaardigheden te verbeteren, nog niet in staat was om [het kind] de benodigde emotionele veiligheid en stabiliteit te bieden. De moeder daarentegen werd als een geschikte verzorgende beschouwd, die [het kind] de structuur en rust kon bieden die hij nodig had. Het hof bekrachtigde derhalve de beschikking van de kinderrechter, waarbij de machtiging tot uithuisplaatsing werd gehandhaafd.