ECLI:NL:GHARN:2009:BK6801
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep kort geding
- M. Mollema
- Z. Zuidema
- F. Fikkers
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep kort geding inzake omgangsregeling met kind
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem diende, ging het om een hoger beroep in een kort geding dat betrekking had op de omgangsregeling van een kind. De appellant, vertegenwoordigd door mr. N.M. Melching, had hoger beroep ingesteld tegen een kortgedingvonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Zwolle-Lelystad, dat op 26 mei 2009 was uitgesproken. De appellant stelde dat de rechtbank bij beschikking van 10 juni 2009 hem een voorlopige omgangsregeling had toegekend, maar dat de voorzieningenrechter in het kort geding niet had ingegaan op zijn recht op omgang met het kind. De geïntimeerde was niet verschenen in het hoger beroep, waardoor de stellingen van de appellant onbetwist bleven.
Het hof oordeelde dat, nu de bodemrechter al een uitspraak had gedaan, de voorzieningenrechter zijn uitspraak in beginsel diende af te stemmen op het oordeel van de bodemrechter. Dit leidde tot de conclusie dat er geen grond meer was voor schorsing van de tenuitvoerlegging van het kortgedingvonnis. Het hof vernietigde het kortgedingvonnis van 26 mei 2009, behoudens de beslissing omtrent de proceskosten, en wees de vordering van de geïntimeerde af. Het hof compenseerde de proceskosten, gezien de omstandigheden dat partijen gewezen echtelieden waren.
De uitspraak van het hof vond plaats op 15 december 2009, en het arrest was uitvoerbaar bij voorraad. De beslissing van het hof benadrukte het belang van de omgangsregeling en de noodzaak om de belangen van het kind in acht te nemen, terwijl het ook de juridische procedure en de rol van de voorzieningenrechter in het kort geding belichtte.