ECLI:NL:GHARN:2009:BL8334

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
10 augustus 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
TBS 2009/143
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • W. Wery
  • A. van der Herberg
  • J. den Hartog
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de verlenging van terbeschikkingstelling en afwijzing van de vordering tot aanhouding

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 10 augustus 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Utrecht van 16 maart 2009, die de terbeschikkingstelling van de betrokkene met een jaar had verlengd. Het hof heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar afgewezen. Het hof oordeelt dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen geen verlenging van de terbeschikkingstelling meer eist. Dit oordeel is gebaseerd op het ontbreken van een significant recidiverisico en de bevindingen van deskundigen over de betrokkene, die als verstandelijk gehandicapt en autistisch wordt gekarakteriseerd. De kliniek adviseert dat betrokkene een gestructureerde woonomgeving nodig heeft, waar hij de nodige begeleiding en toezicht kan krijgen.

Het hof heeft de beslissing van de rechtbank vernietigd, mede op basis van nieuwe stukken en de verklaringen van een getuige-deskundige tijdens de zitting in hoger beroep. Het verzoek van de raadsman om aanhouding voor verder onderzoek naar de mogelijkheden van een rechterlijke machtiging in de zin van de Wet BOPZ en de mogelijkheden voor een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging is afgewezen. De beslissing van het hof is openbaar uitgesproken, waarbij de raden niet in staat waren om de beslissing mede te ondertekenen. Het hof concludeert dat, gezien de omstandigheden en de advisering, een BOPZ-kader meer aangewezen is dan een voortzetting van de terbeschikkingstelling.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM
TBS 2009\143
Beslissing d.d. 10 augustus 2009
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[Terbeschikkinggestelde],
Geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
verblijvende in [verblijfplaats].
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank te Utrecht van 16 maart 2009, houdende verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar.
Overwegingen:
• Het hof zal de beslissing van de rechtbank dienen te vernietigen, daar het recht doet mede op grond van nieuwe stukken en hetgeen de getuige-deskundige ter terechtzitting in hoger beroep heeft verklaard.
• In het bijzonder gelet op de advisering en hetgeen het hof bekend is over de persoon van de terbeschikkinggestelde, is het hof van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen niet langer verlenging van de terbeschikkingstelling eist en dat om die reden de vordering van de officier van justitie dient te worden afgewezen.
Uit de advisering volgt dat betrokkene een verstandelijk gehandicapte en autistische man is. In zijn normale doen is betrokkene nimmer gewelddadig gebleken, noch heeft hij zich agressief getoond. De kliniek is van mening dat betrokkene een gestructureerde woonomgeving in de zorg voor verstandelijk gehandicapten behoeft, waar hem begeleiding, toezicht, structuur en voldoende controle wordt geboden met behoud van voldoende speelruimte.
Gezien het ontbreken van zodanig recidiverisico dat het voortduren van de terbeschikkingstelling gerechtvaardigd is, acht het hof een BOPZ-kader -indien mogelijk- meer aangewezen.
• Gelet op het voorgaande wordt het verzoek van de raadsman tot aanhouding teneinde de (on)mogelijkheden van een rechterlijke machtiging in de zin van de Wet BOPZ en de (on)mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging van betrokkene te doen onderzoeken afgewezen.
Beslissing:
Het hof:
Vernietigt de beslissing van de rechtbank te Utrecht van 16 maart 2009 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde [Terbeschikkinggestelde].
Wijst af het verzoek tot aanhouding.
Wijst af de vordering van de officier van justitie.
Aldus gedaan door
mr Wery als voorzitter,
mrs van der Herberg en den Hartog als raadsheren,
en dr van Kordelaar en drs van Weers als raden,
in tegenwoordigheid van Bakkenes als griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 10 augustus 2009.
De raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.