ECLI:NL:GHARN:2009:BV5452
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- G. Mintjes
- W.R. Rosingh
- J.H.M. Zwinkels
- Rechtspraak.nl
Verlenging van terbeschikkingstelling van een betrokkene met ernstige gedragsproblemen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 23 oktober 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van een betrokkene, die zich in een beginfase van behandeling bevond. De rechtbank Rotterdam had eerder op 23 juni 2009 de TBS met twee jaar verlengd, maar de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman stelden dat deze beslissing onterecht was, onder andere vanwege een te lange wachtperiode op plaatsing in een behandelkliniek en het ontbreken van wettelijke aantekeningen bij de vordering van de officier van justitie. De raadsman voerde aan dat deze omstandigheden in strijd waren met artikel 5 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en de Beginselenwet verpleging terbeschikkinggestelden.
Het hof oordeelde dat de behandeling van de betrokkene nog in de beginfase was en dat er aanzienlijke risico's waren voor de maatschappij als de TBS niet werd verlengd. De betrokkene had een geschiedenis van gewelddadig gedrag en vertoonde ernstige gedragsproblemen, waaronder antisociale persoonlijkheidsstoornis en psychopathie. Ondanks de lange wachtperiode op behandeling, oordeelde het hof dat de veiligheid van anderen zwaarder woog dan de belangen van de betrokkene. Het hof besloot de TBS met twee jaar te verlengen, in lijn met het advies van de kliniek, die aangaf dat de behandeling meer tijd zou vergen.
De beslissing van het hof benadrukt het belang van de voortzetting van de behandeling en de noodzaak om de veiligheid van de maatschappij te waarborgen. Het hof vernietigde de eerdere beslissing van de rechtbank en bevestigde de verlenging van de TBS, waarbij het belang van een zorgvuldige behandeling en begeleiding van de betrokkene werd onderstreept.