Bespreking van de grief
4. Met zijn grief komt [appellant] op tegen de toewijzing van de vordering door de kantonrechter. In zijn toelichting op deze grief voert [appellant] alsnog inhoudelijk verweer, waarbij hij zich beroept op een opschortingsrecht en verrekening. Voorts stelt hij dat [S.] in strijd met de redelijkheid en billijkheid handelt door een beroep te doen op het contractuele opschortings- en verrekeningsverbod en de contractuele boete te vorderen.
4.1 In zijn toelichting stelt [appellant] voorts dat hij aanspraak maakt op huurprijsvermindering. Hij heeft dat evenwel niet gevorderd en had dat overigens ook niet voor het eerst in hoger beroep kunnen doen, nu een vordering in reconventie slechts bij antwoord in eerste aanleg kan worden ingesteld (zie art. 137 Rv). Het hof gaat dan ook aan deze beweerde aanspraak voorbij.
4.2 Het onder 4.1 overwogene heeft tot gevolg dat het beroep van [appellant] op verrekening verworpen wordt, nu in deze procedure niet geoordeeld wordt over een tegenvordering van [appellant] en [S.] de gepretendeerde tegenvordering betwist, waarbij het hof het contractuele verrekenverbod nog buiten beschouwing laat.
4.3 Volgens [appellant] had hij het recht de huurbetaling gedeeltelijk op te schorten omdat sprake was van ernstige gebreken die het huurgenot aanzienlijk beperkten en aan normaal gebruik van het gehuurde in de weg stonden, terwijl [S.] onvoldoende heeft ondernomen om de gebreken te verhelpen.
Als zodanig ernstige gebreken heeft [appellant] genoemd:
a. geluidhinder door het geklapper dat wellicht veroorzaakt wordt door speling in de glazen gevelbeplating, en
b. de enige maanden ontbrekende glasplaat aan de buitengevel, waarop zijn logo was aangebracht.
De onder a. genoemde klacht leidde ertoe dat herhaaldelijk telefoongesprekken moesten worden afgebroken en besprekingen verplaatst of afgezegd moesten worden. Voor deze klacht heeft [S.] ten tijde van de procedure in eerste aanleg geen doeltreffende oplossing geboden, aldus [appellant].
De onder b. genoemde klacht leidde tot verminderde representativiteit van het gebouw waarin het gehuurde zich bevindt. [appellant] verwijt [S.] dat zij de ruit niet voortvarend genoeg vervangen heeft.
4.4 Naar het oordeel van het hof levert de klacht onder b., gelet op de door [appellant] beschreven hinder die hij als gevolg daarvan heeft ondervonden, in redelijkheid geen verhindering van het normale gebruik van het gehuurde op, laat staan dat het een gebrek betreft van zodanige ernst dat dit opschorting van (een deel van) de betalingsverplichting rechtvaardigde. Daarbij laat het hof het contractuele verbod daarop nog daar.
In het midden kan blijven of [S.] heeft getalmd met het verhelpen van deze klacht, zoals [appellant] stelt en [S.] betwist. In deze procedure is immers niet aan de orde of door dit (betwiste) talmen gevolgschade is ontstaan voor [appellant].
4.5 Dat de klacht onder a. heeft bestaan en de door [appellant] beschreven gevolgen voor het gebruik van het gehuurde had, is door [S.] niet betwist.
Op zichzelf zou deze klacht, naar het oordeel van het hof, grond kunnen bieden voor een proportioneel gebruik van de opschortingsbevoegdheid, ware het niet dat die bevoegdheid contractueel is uitgesloten. De dan te beantwoorden vraag of redelijkheid en billijkheid aan het inroepen van dit verbod in de weg staan, beantwoordt het hof ontkennend. [appellant] heeft daarvoor geen steekhoudende redenen aangevoerd. Het hof oordeelt het niet relevant dat [S.], zoals [appellant] stelt, aanvankelijk geen doeltreffende oplossing bood. [S.] heeft ter zake het verhelpen van gebreken immers geen resultaatsverplichting, maar een inspanningsverplichting. [appellant] heeft niet aangevoerd dat [S.] in dat opzicht tekort is geschoten.
4.6 Gevolg van het bovenstaande is dat [appellant] ten onrechte de gevorderde huurachterstand onbetaald heeft gelaten. Door [appellant] is niet onderbouwd waarom het in dit geval onredelijk zou zijn van [S.] om aanspraak te maken op de contractuele boete. Het hof oordeelt die boete dan ook verschuldigd, evenals de buitengerechtelijke incassokosten.
De grief is vergeefs voorgesteld.