ECLI:NL:GHARN:2010:BL5508

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
23 februari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.049.499/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. Mollema
  • A. Kuiper
  • H. Zuidema
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van instantie in hoger beroep wegens gebrek aan procesvertegenwoordiging

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem werd behandeld, ging het om een hoger beroep ingesteld door [appellante] tegen een vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad, uitgesproken op 19 augustus 2009. De zaak werd aanhangig gemaakt door de curator, mr. J.M. van Raaijen, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van [geïntimeerde]. Het hof heeft op 23 februari 2010 uitspraak gedaan.

De procedure in eerste aanleg was gestart door [appellante], maar in hoger beroep bleek dat zij geen procesvertegenwoordiging had gesteld, ondanks dat het hof haar de gelegenheid had geboden om dit te doen. De rolraadsheer had [appellante] op 12 januari 2010 de kans gegeven om alsnog een procesadvocaat te regelen, maar ook op deze datum was er geen advocaat verschenen.

Gelet op het ontbreken van procesvertegenwoordiging heeft het hof besloten om de curator, overeenkomstig artikel 123 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, te ontslaan van instantie. Tevens werd [appellante] veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep, die door het hof zijn begroot op € 1.185,-- aan verschotten en € 815,50 aan geliquideerd salaris voor de advocaat.

De uitspraak van het hof benadrukt het belang van procesvertegenwoordiging in hoger beroep en de gevolgen van het niet voldoen aan deze verplichting. Het hof heeft de beslissing genomen in het openbaar, waarbij de griffier aanwezig was.

Uitspraak

Arrest d.d. 23 februari 2010
Zaaknummer 200.049.499/01
HET GERECHTSHOF TE ARNHEM
Nevenzittingsplaats Leeuwarden
Arrest van de eerste kamer voor burgerlijke zaken in de zaak van:
[appellante],
wonende te [woonplaats],
appellante,
in eerste aanleg: eiseres,
hierna te noemen: [appellante],
tegen
mr. J.M. van Raaijen, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van [geïntimeerde],
kantoorhoudende te Almere,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna te noemen: de curator,
advocaat: mr. J.M. van Raaijen, kantoorhoudende te Almere.
Het geding in eerste instantie
In eerste aanleg is geprocedeerd en beslist zoals weergegeven in het vonnis uitgesproken op 19 augustus 2009 door de rechtbank Zwolle-Lelystad.
Het geding in hoger beroep
Bij exploot van 17 november 2009 is door [appellante] hoger beroep ingesteld van genoemd vonnis met dagvaarding van de curator tegen de zitting van 9 februari 2009.
De zaak is op 1 december 2009 bij vervroeging geïntroduceerd door de curator. Omdat zich voor [appellante] geen procesadvocaat had gesteld, heeft de rolraadsheer haar, overeenkomstig het bepaalde in artikel 123 lid 1 Rv, de gelegenheid geboden ter rolle van 12 januari 2010 alsnog een procesadvocaat te doen stellen. Op genoemde roldatum heeft zich voor [appellante] geen procesadvocaat gesteld. De curator heeft het hof verzocht hem te ontslaan van instantie.
De curator heeft ter rolle van 26 januari 2010 de stukken gefourneerd.
De beoordeling
Nu [appellante] geen procesvertegenwoordiging heeft doen stellen, ook niet nadat haar daartoe een nadere termijn was gegund, zal het hof de curator, overeenkomstig het bepaalde in artikel 123 lid 2 Rv ontslaan van instantie, met veroordeling van [appellante] in de kosten van het geding in hoger beroep
(salaris advocaat: tarief IV, 0,5 punt).
De beslissing
Het gerechtshof:
ontslaat de curator van instantie (de procedure in hoger beroep);
veroordeelt [appellante] in de kosten van het geding in hoger beroep en begroot die aan de zijde van de curator op € 1.185,-- aan verschotten en op € 815,50 aan geliquideerd salaris voor de advocaat.
Aldus gewezen door mrs. Mollema, voorzitter, Kuiper en Zuidema, raden
en uitgesproken door de rolraadsheer ter openbare terechtzitting van dit hof van dinsdag 23 februari 2010 in het bijzijn van de griffier.