ECLI:NL:GHARN:2010:BL5986
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- M. Beversluis
- A. Garos
- M. van Lokven-van der Meer
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van vervangende toestemming tot erkenning van een minderjarige door de vader
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 25 februari 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vervangende toestemming tot erkenning van een minderjarige door de vader. De moeder, appellante, had in eerste aanleg een verzoek ingediend bij de rechtbank Zwolle-Lelystad, die op 20 maart 2009 de erkenning door de vader had toegewezen. De vader, geïntimeerde, had echter op dat moment nog een andere vrouw, wat volgens de wet de erkenning nietig maakt. De moeder heeft in hoger beroep verzocht om de eerdere beschikking te vernietigen en het verzoek van de vader af te wijzen.
Tijdens de zitting op 26 januari 2010 zijn beide partijen, hun advocaten en een bijzonder curator verschenen. De moeder voerde aan dat de erkenning door de vader nietig was, omdat hij gehuwd was met een andere vrouw ten tijde van de erkenning. Het hof heeft vastgesteld dat de vader niet voldoende bewijs heeft geleverd dat hij juridisch gescheiden was van zijn vrouw. De moeder heeft bovendien gesteld dat de vader niet of nauwelijks betrokken was bij de zwangerschap en de geboorte van de minderjarige, wat het hof als een belangrijke factor heeft meegewogen in zijn oordeel.
Het hof heeft geconcludeerd dat er geen sprake was van een band tussen de vader en de moeder die gelijk te stellen is aan een huwelijk, en dat er ook geen nauwe persoonlijke betrekking tussen de vader en het kind bestond. Gezien het feit dat aan de wettelijke voorwaarden voor erkenning niet was voldaan, heeft het hof de beschikking van de rechtbank vernietigd en het verzoek van de vader tot vervangende toestemming tot erkenning afgewezen. De uitspraak benadrukt het belang van juridische en emotionele betrokkenheid bij erkenning van een kind.