ECLI:NL:GHARN:2010:BL5996
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- M. Beversluis
- A. Garos
- M. van Lokven - van der Meer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep omgangsregeling tussen ouders na echtscheiding
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 25 februari 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep over een omgangsregeling tussen de vader en de minderjarige [kind]. De moeder, appellante, had in eerste aanleg bij de rechtbank Zwolle-Lelystad een omgangsregeling verzocht, welke door de rechtbank was toegewezen. De moeder verzocht in hoger beroep om de beschikking van de rechtbank te vernietigen voor zover deze betrekking had op de doordeweekse omgangsdagen, maar de overige onderdelen van de regeling te bekrachtigen. De rechtbank had vastgesteld dat de vader [kind] eenmaal per veertien dagen van vrijdag 18.00 uur tot zondag 19.00 uur bij zich mocht hebben, evenals de helft van de vakanties en feestdagen, alles in onderling overleg.
Tijdens de behandeling in hoger beroep op 26 januari 2010, werd door de moeder een brief met bijlagen ingediend, maar deze was te laat ingediend volgens de regels van het Procesreglement verzoekschriftprocedures familiezaken. Het hof besloot daarom geen acht te slaan op deze stukken. De moeder stelde dat zij in eerste aanleg haar verzoek had gewijzigd, maar het hof concludeerde dat uit het proces-verbaal van de zitting niet bleek dat er een wijziging had plaatsgevonden. De rechtbank had de verzoeken van de moeder exact toegewezen, waardoor zij geen belang had bij haar appel.
Het hof verklaarde de moeder niet-ontvankelijk in haar appel, omdat de door haar aangevoerde gronden niet konden leiden tot een andere beslissing. De uitspraak werd gedaan door de rechters M. Beversluis, A. Garos en M. van Lokven - van der Meer, en werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.