ECLI:NL:GHARN:2010:BM1471
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- A. Garos
- J. Beversluis
- M. Kuiken
- Rechtspraak.nl
Gezamenlijk gezag en verblijf van een kind in het buitenland
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 8 april 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep over de gezagskwestie van een kind, waarbij de vader in Colombia verblijft met het kind tegen de wens van de moeder. De rechtbank had eerder op 23 januari 2009 geoordeeld dat de vader het kind had onttrokken aan het ouderlijk gezag van de moeder en dat hij de omgang tussen het kind en de moeder onmogelijk had gemaakt. Het hof heeft de overwegingen van de rechtbank overgenomen en benadrukt dat het belang van het kind voorop staat. De vader had verzocht om gezamenlijk gezag en dat het kind bij hem zou verblijven, maar het hof heeft geen vertrouwen in de intenties van de vader, gezien zijn eerdere gedrag en de communicatieproblemen tussen de ouders. Het hof oordeelt dat het in het belang van het kind is dat de moeder het eenhoofdig gezag behoudt, zodat zij de sterkste juridische positie heeft om te handelen in het belang van het kind. De vader heeft niet de mogelijkheid benut om naar Nederland terug te keren voor de zitting, wat het hof als een frustratie van de procedure beschouwt. De beslissing van de rechtbank om de moeder met het eenhoofdig gezag te belasten, is dan ook bekrachtigd. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank in stand gehouden, waarbij ook het verzoek van de vader omtrent de omgang niet is toegewezen.