ECLI:NL:GHARN:2010:BM1475
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Jonkman
- Garos
- Kuiken
- Rechtspraak.nl
Behoeftigheid van de vrouw en partneralimentatie in hoger beroep
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 8 april 2010, staat de behoeftigheid van de vrouw centraal in het kader van de partneralimentatie. De man, appellant, heeft hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 6 mei 2009, waarin zijn verzoek tot wijziging van de alimentatieverplichting werd afgewezen. De man verzocht om de alimentatieverplichting met terugwerkende kracht te beëindigen of op nihil te stellen, onder verwijzing naar gewijzigde omstandigheden. Het huwelijk van partijen was op 31 maart 2004 ontbonden, en de alimentatie was eerder vastgesteld op € 1.070,- per maand, welke na indexering per 1 januari 2010 op € 1.207,- per maand kwam.
Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak beoordeeld, waarbij het belang van de vrouw aan de orde kwam. De vrouw had een netto behoefte aan partneralimentatie van € 2.234,- per maand, gebaseerd op het netto gezinsinkomen tijdens het huwelijk. De man betwistte de behoeftigheid van de vrouw, maar het hof oordeelde dat de vrouw niet in haar eigen levensonderhoud kon voorzien. De vrouw was werkzaam als secretaresse en had een bruto salaris van € 1.720,- per maand, wat resulteerde in een netto besteedbaar inkomen van € 1.496,- per maand. Dit leidde tot een resterende behoeftigheid van de vrouw van ongeveer € 738,- netto per maand.
Het hof concludeerde dat de man onvoldoende had aangetoond dat de behoefte van de vrouw aan partneralimentatie was gewijzigd en dat er geen aanleiding was om de alimentatie te verlagen of te beëindigen. De eerdere beschikking van de rechtbank werd dan ook bekrachtigd, en de man werd verplicht om de alimentatie te blijven betalen. De uitspraak benadrukt het belang van de behoeftigheid van de onderhoudsgerechtigde en de verplichtingen van de onderhoudsplichtige in het kader van partneralimentatie.