ECLI:NL:GHARN:2010:BM1704

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
20 april 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-00231-09
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. Wachter
  • A. Heins
  • M. van Stempvoort
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 20 april 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een veroordeling van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte, geboren in 1967 en thans gedetineerd, was eerder veroordeeld voor bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht. De politierechter had de verdachte een geldboete van € 225 opgelegd. De verdachte heeft tijdig hoger beroep aangetekend. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal opnieuw een geldboete van € 225 gevorderd, subsidiair 4 dagen hechtenis. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof achtte bewezen dat de verdachte op 16 september 2006 in de gemeente [gemeente] [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] heeft bedreigd met de dood. De bedreigingen waren ernstig van aard en betroffen herhaalde dreigementen met de dood. Het hof heeft daarbij rekening gehouden met de eerdere veroordelingen van de verdachte en de ernst van het feit. De verdachte werd uiteindelijk veroordeeld tot een geldboete van € 225, met de bepaling dat vervangende hechtenis voor de duur van vier dagen zal worden toegepast indien de betaling niet plaatsvindt. Het hof heeft de verdachte vrijgesproken van andere ten laste gelegde feiten die niet bewezen zijn verklaard.

Uitspraak

Parketnummer: 24-000231-09
Parketnummer eerste aanleg: 07-601483-07
Arrest van 20 april 2010 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 20 augustus 2008 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1967] te [geboorteplaats],
postadres (volgens opgave van verdachte): [adres],
thans uit anderen hoofde gedetineerd in P.I. Flevoland, Unit 3 Lelystad te Lelystad,
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. A.W. Syrier, advocaat te Utrecht.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte terzake van de ten laste gelegde bedreiging van [slachtoffer 1] zal veroordelen tot een geldboete van € 225,=, subsidiair 4 dagen hechtenis.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
hij op of omstreeks 16 september 2006 in de gemeente [gemeente] [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (meermalen) dreigend de woorden toegevoegd :"Ik maak je af, ik moet/wil mijn geld hebben" en/of "Ik maak jullie dood als ik jullie de volgende keer weer zie" en/of "Ik maak je af, ik maak je af, ik maak je dood, ik kom (volgende keer) wel (weer) terug" en/of "Ik steek je neer als ik je de volgende keer weer zie, ik moet geld of mijn spullen hebben" en/of "Ik ben er nog niet klaar mee, ik steek je neer, ik vind je laf, ik maak je af als ik je de volgende keer zie", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 2] (dreigend) de woorden toegevoegd: "Als ik je weer zie fietsen dan rijd ik je omver" en/of Ik rijd jullie dood als ik jullie de volgende keer weer zie", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of heeft hij, verdachte (daarbij) (met een vinger) in de richting van die [slachtoffer 2] gewezen en/of gekeken.
Bewezenverklaring
Het hof acht bewezen dat:
hij op 16 september 2006 in de gemeente [gemeente] [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 1] dreigend de woorden toegevoegd :"Ik maak je af, ik moet/wil mijn geld hebben" en "Ik maak je af, ik maak je af, ik maak je dood, ik kom (volgende keer) wel (weer) terug" en/of "Ik steek je neer als ik je de volgende keer weer zie, ik moet geld of mijn spullen hebben" en "Ik ben er nog niet klaar mee, ik steek je neer, ik vind je laf, ik maak je af als ik je de volgende keer zie".
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van het bewezen verklaarde feit, de omstandigheden waaronder dit feit is begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft op 16 september 2006 [slachtoffer 1] bedreigd met de dood. Dit feit dient te worden aangemerkt als een ernstige bedreiging van de lichamelijke integriteit van die [slachtoffer 1].
Uit het verdachte betreffende Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 10 februari 2010 blijkt, dat verdachte vóór 16 september 2006 vele malen ter zake van het plegen van strafbare feiten is veroordeeld, waaronder eenmaal ter zake van een soortgelijk feit als bewezen verklaard.
Op grond van het vorenstaande acht het hof de door de advocaat-generaal gevorderde geldboete, die ook door de politierechter is opgelegd, passend en geboden.
Het hof heeft bij de vaststelling van de geldboete rekening gehouden met de draagkracht van de verdachte voor zover daarvan ter terechtzitting is gebleken.
Het hof acht het feit te ernstig om een schuldigverklaring zonder oplegging van straf uit te spreken, zoals door de raadsman is verzocht.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 23, 24, 24c, 63 en 285 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot een geldboete van tweehonderdvijfentwintig euro;
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van vier dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. Wachter, voorzitter, mr. Heins en mr. Van Stempvoort, in tegenwoordigheid van Boersma als griffier, zijnde mr. Van Stempvoort buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.