ECLI:NL:GHARN:2010:BM1908

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
2 april 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-001024-09
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Openlijke geweldpleging op de openbare weg met meerdere slachtoffers

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 2 april 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte, geboren in 1975, was eerder veroordeeld voor openlijke geweldpleging, gepleegd op 1 juni 2008 in [plaats]. De rechtbank had de verdachte een straf opgelegd, maar de verdachte ging hiertegen in hoger beroep. Tijdens de zitting in hoger beroep werd het onderzoek herhaald, waarbij zowel de eerdere als de nieuwe feiten werden besproken. De advocaat-generaal vorderde een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 16 dagen, maar het hof besloot het vonnis van de rechtbank te vernietigen en opnieuw recht te doen. Het hof achtte bewezen dat de verdachte samen met een medeverdachte openlijk geweld had gepleegd tegen meerdere slachtoffers, waaronder [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3]. Het hof oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan openlijke geweldpleging, ondanks de verdediging van de raadsvrouw dat er op dat moment nog geen geweld was. Het hof legde een werkstraf op van 20 uren, met inachtneming van de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis had doorgebracht. De uitspraak is gedaan op basis van de artikelen 22c, 22d en 141 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze golden ten tijde van het bewezen verklaarde. Het hof heeft de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen en besloot dat een werkstraf passend was.

Uitspraak

Parketnummer: 24-001024-09
Parketnummer eerste aanleg: 07-410040-08
Arrest van 2 april 2010 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 14 april 2009 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1975] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. J.B. Pieters, advocaat te Hoogeveen.
Het vonnis waarvan beroep
De rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte ter zake van het primair ten laste gelegde zal veroordelen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 16 dagen met aftrek van voorarrest.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
hij op of omstreeks 01 juni 2008 te [plaats], althans in de gemeente
[gemeente], met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, de
[straat], in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging
geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3],
welk geweld bestond uit
- het naar die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] toelopen en/of
- het insluiten van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of
- het ten val brengen van die [slachtoffer 1] en/of
- het ??n of meermalen (krachtig) slaan en/of stompen en/of duwen en/of
trekken tegen/op/aan en/of in de richting van het lichaam en/of het hoofd
van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of
- het ??n of meermalen (krachtig) schoppen en/of trappen tegen/op en/of in de
richting van het lichaam en/of het hoofd van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of
[slachtoffer 3];
althans
hij op of omstreeks 01 juni 2008 te [plaats], althans in de gemeente
[gemeente], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, opzettelijk mishandelend ??n of meer personen (te weten [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3])
- ??n of meermalen (krachtig) tegen/op/aan het lichaam en/of het hoofd
heeft/hebben geslagen en/of gestompt en/of geduwd en/of getrokken en/of
- ??n of meermalen (krachtig) tegen/op het lichaam en/of het hoofd
heeft/hebben geschopt en/of getrapt en/of
- ([slachtoffer 1]) ten val heeft/hebben gebracht,
waardoor voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] letsel heeft/hebben
bekomen en/of pijn heeft/hebben ondervonden;
Bewijsoverweging
De raadsvrouw van verdachte heeft ter zitting aangevoerd dat verdachte zich niet heeft schuldig gemaakt aan openlijke geweldpleging omdat er op het moment dat hij zich bemoeide met de dreigende ruzie tussen [medeverdachte] en de jongens op het bankje er nog geen geweld aan de orde was.
Het hof is van oordeel dat er een dreigende sfeer van geweld was ontstaan door duw- en trekwerk tussen medeverdachte [medeverdachte] en de andere jongens, waaronder [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3]. Derhalve was sprake van geweld als bedoeld in artikel 141 van het Wetboek van Strafrecht. Hierdoor was immers sprake van schending van de openbare orde, welk belang door artikel 141 van het Wetboek van Strafrecht juist wordt beschermd. Verdachte heeft zich desondanks fysiek met dat geweld bemoeid en zich daarom schuldig gemaakt aan openlijke geweldpleging.
Bewezenverklaring
Het hof acht bewezen dat:
primair
hij op 1 juni 2008 te [plaats], met een ander, op de openbare weg, de
[straat], openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 2] en
[slachtoffer 3], welk geweld bestond uit
- het naar die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] toelopen en
- het krachtig duwen tegen het lichaam van die [slachtoffer 3] en
- het slaan in de richting van het lichaam van die [slachtoffer 2].
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld primair meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich samen met [medeverdachte] op 1 juni 2008 schuldig gemaakt aan openlijk geweld tegen [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3]. Zowel verdachte als zijn mededader [medeverdachte] verkeerden onder invloed van alcohol.
Het hof heeft gelet op het verdachte betreffende Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 14 januari 2010, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor geweldsdelicten.
Daarnaast heeft het hof rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte, zoals deze ter terechtzitting door en namens verdachte zijn aangevoerd.
Gelet op het voorgaande is het hof van oordeel dat een werkstraf een passende straf is.
Gezien de rol van verdachte ten opzichte van zijn mededader, wiens rol het hof ziet als de aanstichter in het gebeuren, kan worden volstaan met oplegging van een onvoorwaardelijke werkstraf voor de duur van 20 uren. Daarop dient in mindering te worden gebracht de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, naar de maatstaf van twee uur werkstraf per dag hechtenis. Dit zal ertoe leiden dat verdachte de hem opgelegde uren werkstraf niet meer daadwerkelijk zal hoeven te verrichten.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 22c, 22d en 141 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte primair ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld primair meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van twintig uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van tien dagen zal worden toegepast;
beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de voormelde werkstraf geheel in mindering wordt gebracht, berekend naar de maatstaf van twee uren werkstraf per dag.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. O. Anjewierden, voorzitter, mr. G.M. Meijer-Campfens en mr. J.F. Aalders, in tegenwoordigheid van G.G. Eisma als griffier, zijnde mr. J.F. Aalders buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.