ECLI:NL:GHARN:2010:BM6334
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- J.M.J. Denie
- Y.A.J.M. van Kuijck
- A.G. Coumans
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in hoger beroep wegens onttrekken aan faillissementsboedel en lokaalvredebreuk
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 14 april 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Almelo. De verdachte was in eerste aanleg veroordeeld voor het onttrekken van goederen aan de faillissementsboedel en lokaalvredebreuk. Het hof heeft de verdachte echter vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. De vrijspraak van het primair ten laste gelegde, het onttrekken aan de faillissementsboedel, is gebaseerd op de overweging dat de goederen waar het om ging geen deel uitmaakten van de faillissementsboedel. De verdachte had namelijk gereedschappen teruggehaald die onder eigendomsvoorbehoud waren geleverd aan de gefailleerde vennootschap. Aangezien de betaling voor deze goederen was uitgebleven, was de eigendom nog niet overgegaan naar de failliete onderneming, waardoor de goederen niet tot de boedel behoorden.
Daarnaast is de verdachte ook vrijgesproken van de beschuldiging van lokaalvredebreuk. Het hof oordeelde dat de verdachte zich niet wederrechtelijk in het bedrijfsgebouw bevond, omdat hij op vordering van de curator het pand had verlaten met de gereedschappen. De advocaat-generaal had gevorderd tot een geldboete van € 1.000,00, maar het hof heeft deze vordering niet gehonoreerd. De beslissing van het hof is in overeenstemming met de geldende wetgeving, waaronder het Wetboek van Strafrecht en de Faillissementswet, en benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige beoordeling van de eigendomsrechten in faillissementssituaties. Het hof heeft de zaak grondig onderzocht en is tot de conclusie gekomen dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen voor de tenlastegelegde feiten.