ECLI:NL:GHARN:2010:BM9970

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
18 juni 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-003238-09
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in hoger beroep wegens onvoldoende bewijs van verkrachting en ontuchtige handelingen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 18 juni 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte was in eerste aanleg veroordeeld voor verkrachting en ontuchtige handelingen met een minderjarige. In hoger beroep heeft het hof de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten, omdat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om tot een veroordeling te komen. De verdachte was beschuldigd van het seksueel binnendringen van het lichaam van het slachtoffer, dat op het moment van de feiten nog geen zestien jaar oud was. Het hof heeft vastgesteld dat de verklaringen van het slachtoffer op essentiële punten tegenstrijdig waren, wat de betrouwbaarheid van deze verklaringen in twijfel trok. De discrepanties betroffen onder andere het moment waarop de seksuele handelingen zouden hebben plaatsgevonden en de bedreigingen die door de verdachte zouden zijn geuit. Het hof concludeerde dat de verklaringen onvoldoende gedetailleerd waren en dat de inconsistenties de overtuiging ontbraken dat de verdachte de feiten had begaan. Daarom werd de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding. Het hof vernietigde het vonnis van de rechtbank en sprak de verdachte vrij van alle beschuldigingen.

Uitspraak

Parketnummer: 24-003238-09
Parketnummer eerste aanleg: 07-400227-09
Arrest van 18 juni 2010 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 15 december 2009 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1963] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
thans verblijvende in P.I. Flevoland, HvB Lelystad te Lelystad,
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. W.M. Bierens, advocaat te Assen.
Het vonnis waarvan beroep
De rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte bij het vonnis wegens misdrijven veroordeeld tot een straf en heeft beslist op de vordering van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel opgelegd, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte ter zake van het primair ten laste gelegde zal vrijspreken, ter zake van het subsidiair ten laste gelegde zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van achttien maanden, met aftrek van de door verdachte doorgebrachte tijd in verzekering en in voorlopige hechtenis en de vordering van de benadeelde partij zal toewijzen met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2007 tot en met 1 oktober 2007 in de gemeente [gemeente] door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer], geboren op [1993], heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte toen aldaar, meermalen, althans eenmaal,
- zijn geslachtsdeel in de anus van die [slachtoffer] gebracht/geduwd en/of
- zijn vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] gebracht/geduwd en/of
- een vibrator in de vagina en/of tegen de clitoris van die [slachtoffer] gebracht/geduwd en/of
- de hand van die [slachtoffer] naar zijn geslachtsdeel gebracht en/of (vervolgens) zich door die [slachtoffer] laten bevredigen/aftrekken en/of
- zijn hand tussen de benen van die [slachtoffer] heeft gebracht/gedaan
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte
- aangaf dat hij niet wilde dat [slachtoffer] weg ging, omdat hij anders alleen was en/of
- die [slachtoffer] naakt in zijn bed heeft gelegd nadat zij onder de douche was flauwgevallen en/of
- die [slachtoffer] heeft verzocht (steeds) bij hem in bed te (blijven) slapen, omdat hij, verdachte, niet kon slapen wanneer er niemand tegen hem aanlag en/of
- die [slachtoffer] heeft verzocht (steeds) haar nachtkleding uit te doen, omdat hij, verdachte, het niet fijn vond als zij kleren aanhad en/of
- dat verdachte (steeds) van achteren tegen die [slachtoffer] aan ging liggen en daarbij zijn arm om haar heensloeg, omdat zij, volgens verdachte, warm was en/of
- tegen die [slachtoffer] zei dat, als zij er met anderen over zou praten, zij, er meer problemen mee zou krijgen dan hij, verdachte, en/of
- misbruik heeft gemaakt van het uit de feitelijke verhoudingen voortvloeiende overwicht en/of
- gebruik en/of misbruik heeft gemaakt van zijn fysieke en/of psychische en/of emotionele overwicht op die [slachtoffer] en/of
- (aldus) heeft aangedrongen op seksuele handelingen en/of zich dominant en/of dwingend heeft opgesteld ten opzichte van die [slachtoffer] (waartegen die [slachtoffer] zich niet kon of durfde te verzetten gelet op het overwicht dat hij, verdachte, op [slachtoffer] had als (veel) oudere persoon en vader van [slachtoffer])
en/of (aldus) voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2007 tot en met 1 oktober 2007 in de gemeente [gemeente] met [slachtoffer], geboren op [1993], die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende/is verdachte toen aldaar meermalen, althans eenmaal
- zijn geslachtsdeel in de anus van die [slachtoffer] gebracht/geduwd en/of
- zijn vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] gebracht/geduwd en/of
- een vibrator in de vagina en/of tegen de clitoris van die [slachtoffer] gebracht/geduwd en/of
- de hand van die [slachtoffer] naar zijn geslachtsdeel gebracht en/of (vervolgens) zich door die [slachtoffer] laten bevredigen/aftrekken en/of
- zijn hand tussen de benen van die [slachtoffer] heeft gebracht/gedaan en/of
- in de tuin en/of in bed (gedeeltelijk) naakt naast en/of tegen die [slachtoffer] gaan liggen;
althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 27 december 2006 tot en met 1 juli 2007 in de gemeente [gemeente] meermalen, althans éénmaal ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarig kind, [slachtoffer], geboren op [1993], bestaande die ontucht hierin dat hij toen aldaar meermalen, althans eenmaal
- zijn geslachtsdeel in de anus van die [slachtoffer] heeft gebracht/geduwd en/of
- zijn vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] heeft gebracht/geduwd en/of
- een vibrator in de vagina en/of tegen de clitoris van die [slachtoffer] heeft gebracht/geduwd en/of
- de hand van die [slachtoffer] naar zijn geslachtsdeel heeft gebracht en/of (vervolgens) zich door die [slachtoffer] heeft laten bevredigen/aftrekken en/of
- zijn hand tussen de benen van die [slachtoffer] heeft gebracht/gedaan;
- in de tuin en/of in bed (gedeeltelijk) naakt naast en/of tegen die [slachtoffer] heeft gelegen.
Vrijspraak
Aan verdachte is primair ten laste gelegd dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan verkrachting. Het hof is met de advocaat-generaal en de verdediging van oordeel dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is om tot bewezenverklaring te komen van het primair ten laste gelegde, zodat verdachte daarvan dient te worden vrijgesproken.
Aan verdachte is subsidiair ten laste gelegd dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan ontuchtige handelingen, gepleegd buiten echt, met iemand die de leeftijd van twaalf jaren, maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt en die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam. Aan verdachte is meer subsidiair ten laste gelegd dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan ontucht, gepleegd met zijn minderjarige kind.
De raadsman heeft ter zitting van het hof betoogd dat de verklaringen van [slachtoffer] op essentiële punten niet met elkaar overeenkomen. De raadsman verbindt hieraan de conclusie dat - gelet op de onderlinge verschillen - deze verklaringen te ongeloofwaardig zijn om op basis daarvan verdachte te veroordelen.
Het hof overweegt ter zake van het subsidiair en meer subsidiair ten laste gelegde als volgt.
De verklaringen zoals deze door [slachtoffer] tijdens haar politieverhoor en haar verhoor door de rechter-commissaris zijn op onderdelen tegenstrijdig. Het betreft hier essentiële onderdelen, te weten het moment waarop de seksuele handelingen voor het eerst plaatsvonden en de door verdachte gebezigde bedreigingen. In het proces-verbaal van verhoor benadeelde d.d. 8 juli 2009 verklaart [slachtoffer] dat er, nadat zij flauw was gevallen onder de douche en door haar vader in zijn bed was gelegd, geen seksuele handelingen hebben plaatsgevonden. In het proces-verbaal verhoor van getuige door de rechter-commissaris d.d. 1 december 2009 verklaart [slachtoffer] dat verdachte haar op dat moment heeft gevingerd en anaal verkracht. Een tweede discrepantie tussen voornoemde processen-verbaal betreft de bedreigingen die verdachte heeft geuit. In het proces-verbaal van verhoor benadeelde d.d. 8 juli 2009 verklaart [slachtoffer] dat verdachte haar nooit heeft bedreigd. In het proces-verbaal verhoor van getuige door de rechter-commissaris d.d. 1 december 2009 verklaart [slachtoffer] dat verdachte haar wel heeft bedreigd en tegen haar heeft gezegd dat, wanneer zij over de gebeurtenissen zou gaan praten, de gevolgen voor haar ernstiger zouden zijn dan voor hem. Voornoemde discrepanties tussen de verklaringen doen bij het hof twijfel omtrent de consistentie van de afgelegde verklaringen ontstaan.
Voorts zijn de verklaringen zoals deze zijn afgelegd door [slachtoffer], betreffende de elementaire onderdelen van de tenlastelegging, onvoldoende gedetailleerd. Het ontbreken van deze essentiële details tast de betrouwbaarheid van de afgelegde verklaringen in aanzienlijke mate aan.
Gelet op voornoemde discrepanties tussen de door [slachtoffer] afgelegde verklaringen en het ontbreken van details betreffende de elementaire onderdelen van de tenlastelegging heeft het hof niet de overtuiging bekomen dat verdachte de hem ten laste gelegde feiten heeft begaan. Derhalve zal het hof verdachte tevens vrijspreken van het subsidiair en meer subsidiair ten laste gelegde.
Benadeelde partij
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, dat de benadeelde partij [slachtoffer] zich in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd, dat de vordering van deze benadeelde partij in eerste aanleg deels is toegewezen en voor het overige niet-ontvankelijk is verklaard en dat [slachtoffer] zich binnen de grenzen van haar eerste vordering in het geding in hoger beroep opnieuw heeft gevoegd. Derhalve duurt de voeging ter zake van haar in eerste aanleg gedane vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep voort.
Deze benadeelde partij, [slachtoffer], dient in verband met de vrijspraak van de verdachte niet-ontvankelijk te worden verklaard in haar vordering. Het hof acht termen aanwezig te bepalen dat ieder der partijen de eigen kosten zal dragen van dit geding.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte primair, subsidiair en meer subsidiair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. J.J. Beswerda, voorzitter, mr. J. Hielkema en mr. J.H. Bosch, in tegenwoordigheid van S. van Krugten als griffier.