ECLI:NL:GHARN:2010:BM9970
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- J.J. Beswerda
- J. Hielkema
- J.H. Bosch
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in hoger beroep wegens onvoldoende bewijs van verkrachting en ontuchtige handelingen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 18 juni 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte was in eerste aanleg veroordeeld voor verkrachting en ontuchtige handelingen met een minderjarige. In hoger beroep heeft het hof de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten, omdat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om tot een veroordeling te komen. De verdachte was beschuldigd van het seksueel binnendringen van het lichaam van het slachtoffer, dat op het moment van de feiten nog geen zestien jaar oud was. Het hof heeft vastgesteld dat de verklaringen van het slachtoffer op essentiële punten tegenstrijdig waren, wat de betrouwbaarheid van deze verklaringen in twijfel trok. De discrepanties betroffen onder andere het moment waarop de seksuele handelingen zouden hebben plaatsgevonden en de bedreigingen die door de verdachte zouden zijn geuit. Het hof concludeerde dat de verklaringen onvoldoende gedetailleerd waren en dat de inconsistenties de overtuiging ontbraken dat de verdachte de feiten had begaan. Daarom werd de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding. Het hof vernietigde het vonnis van de rechtbank en sprak de verdachte vrij van alle beschuldigingen.