ECLI:NL:GHARN:2010:BN0746
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- M. Mollema
- A. Kuiper
- J. de Hek
- Rechtspraak.nl
Huur woonruimte: ontbinding huurovereenkomst en ontruiming gehuurde
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 25 mei 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep over een huurovereenkomst tussen Woningstichting Goede Stede en [geïntimeerde]. De zaak betreft een herhaalde vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de gehuurde woning, waarbij de situatie als bedoeld in artikel 7:230 BW aan de orde is. De rechtbank Zwolle-Lelystad had eerder op 2 december 2009 de vorderingen van Goede Stede afgewezen, maar het hof oordeelde dat de huurovereenkomst stilzwijgend was voortgezet, ondanks een eerder verstekvonnis dat de overeenkomst had ontbonden.
De feiten van de zaak zijn als volgt: Goede Stede had een huurovereenkomst met [geïntimeerde] voor een woning aan [adres] te [woonplaats]. [geïntimeerde] had vanaf mei 2009 een huurachterstand opgebouwd van € 2.482,87. De rechtbank had eerder een schuldsaneringsregeling voor [geïntimeerde] uitgesproken, maar deze was op 11 februari 2010 beëindigd. Goede Stede heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter, waarin de vorderingen waren afgewezen.
Het hof heeft geoordeeld dat de huurovereenkomst tussen partijen was voortgezet en dat Goede Stede recht had op ontbinding van de overeenkomst en ontruiming van het gehuurde. Het hof heeft de vorderingen van Goede Stede toegewezen, met inbegrip van de huurachterstand en de ontruimingstermijn van één maand. De kosten van de procedure zijn voor rekening van [geïntimeerde]. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij het de vorderingen van Goede Stede heeft toegewezen en de ontruiming heeft gelast.