ECLI:NL:GHARN:2010:BN4013
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- M. Melssen
- A. Idsardi
- J. Greve
- Rechtspraak.nl
Gezamenlijk gezag over minderjarig kind door stiefvader en moeder
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 10 augustus 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep over het gezamenlijk gezag van een stiefvader en een moeder over hun minderjarige kind. De stiefvader en de moeder, die sinds maart 2004 samenleven met het kind, hadden in eerste aanleg een verzoek ingediend om gezamenlijk met het gezag over het kind belast te worden. Dit verzoek was door de rechtbank Zwolle-Lelystad afgewezen. De stiefvader en de moeder hebben hiertegen hoger beroep ingesteld, waarbij zij de beschikking van de rechtbank wilden laten vernietigen.
Het hof heeft vastgesteld dat het kind, geboren in 1997, uit de affectieve relatie tussen de vader en de moeder voortkomt. De vader heeft het kind erkend, maar de stiefvader en de moeder hebben het kind samen opgevoed. Het hof heeft de voorwaarden voor gezamenlijk gezag beoordeeld, zoals vastgelegd in artikel 1:253t lid 2 BW. Het hof concludeert dat de stiefvader en de moeder aan deze voorwaarden voldoen, aangezien zij gedurende een aaneengesloten periode van vijf jaar samen de zorg voor het kind hebben gehad en de moeder sinds de geboorte van het kind alleen met het gezag belast is geweest.
De vader heeft het verzoek bestreden en aangevoerd dat het kind in een loyaliteitsconflict verkeert. Het hof heeft echter geoordeeld dat er geen gegronde vrees bestaat dat de belangen van het kind verwaarloosd zouden worden bij inwilliging van het verzoek. Het hof heeft de belangen van het kind vooropgesteld en vastgesteld dat het in het belang van het kind is dat de feitelijke situatie, waarin de stiefvader en de moeder samen het gezag uitoefenen, ook juridisch wordt erkend. Het hof heeft daarom de beschikking van de rechtbank vernietigd en bepaald dat het gezag over het kind voortaan mede aan de stiefvader toekomt.