ECLI:NL:GHARN:2010:BN4018
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- M. Melssen
- A. Idsardi
- J. Greve
- Rechtspraak.nl
Verzoek om gezamenlijk gezag over minderjarige afgewezen na eerdere toewijzing aan stiefvader en moeder
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 10 augustus 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek van de biologische vader om samen met de moeder belast te worden met het gezag over hun kind. De moeder, bijgestaan door advocaat mr. J. Elte, had in hoger beroep de beschikking van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 27 november 2009 aangevochten, waarin het gezag over de minderjarige aan de vader was toegewezen. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. S.G.B.M. Schönhage, had eerder een verzoek ingediend om gezamenlijk gezag met de moeder, maar dit verzoek was al eerder door de rechtbank afgewezen.
Het hof heeft vastgesteld dat de stiefvader en de moeder op 18 mei 2009 een verzoek tot gezamenlijk gezag hadden ingediend, dat door de rechtbank was toegewezen. Dit verzoek was dus eerder in behandeling genomen dan het verzoek van de vader. Het hof oordeelde dat, gezien de eerdere toewijzing van het gezag aan de stiefvader en de moeder, er geen ruimte was om het verzoek van de vader toe te wijzen. De vader had geen gezamenlijk gezag met de moeder uitgeoefend en kon daarom niet verzoeken om dit gezag te verkrijgen.
De beslissing van het hof was dat het verzoek van de vader om gezamenlijk gezag met de moeder over de minderjarige werd afgewezen. Het hof heeft de eerdere beschikking van de rechtbank vernietigd en de zaak in zijn geheel opnieuw beoordeeld, waarbij de belangen van het kind voorop stonden. De uitspraak benadrukt het belang van de reeds bestaande gezagsverhoudingen en de noodzaak om deze te respecteren in het belang van de minderjarige.