ECLI:NL:GHARN:2010:BN7117

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
13 september 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-001931-09
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Algehele vrijspraak in hoger beroep wegens onvoldoende bewijs voor betrokkenheid bij voorbereidingshandelingen van een overval

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 13 september 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte, geboren in 1991, was eerder veroordeeld voor een misdrijf, maar heeft in hoger beroep vrijspraak gekregen. De zaak betreft een aanhouding van de verdachte en drie medeverdachten op 26 november 2008, waarbij onder andere panty's, handschoenen en een op een vuurwapen gelijkend voorwerp werden aangetroffen. De advocaat-generaal had gevorderd tot een voorwaardelijke jeugddetentie van vier maanden en reclasseringsbegeleiding, maar het hof oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de voorbereidingshandelingen van een overval. Het hof heeft vastgesteld dat de bewijsmiddelen onderling sterk verschillen en dat niet duidelijk is geworden of de verdachte op de hoogte was van de plannen van zijn medeverdachten. Hierdoor is de verdachte vrijgesproken van de tenlastelegging. Het hof heeft ook beslist dat de in beslag genomen goederen, zoals de panty's en het balletjespistool, onttrokken worden aan het verkeer, terwijl de schoenen en de pet aan de verdachte worden teruggegeven. Het hof heeft de verdachte niet ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep voor zover dit gericht was tegen de vrijspraak van een ander ten laste gelegd feit.

Uitspraak

Parketnummer: 24-001931-09
Parketnummer eerste aanleg: 07-610100-08
Arrest van 13 september 2010 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 21 juli 2009 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1991] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.A.C. van den Brink, advocaat te Almere.
Het vonnis waarvan beroep
De rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot straffen, heeft een beslissing genomen omtrent de inbeslaggenomen goederen en heeft een beslissing genomen omtrent de vordering van de benadeelde partij, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in hoger beroep d.d. 21 januari 2010 en 31 augustus 2010, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Voor zover het hoger beroep is gericht tegen de vrijspraak ter zake van het onder 2 ten laste gelegde, kan verdachte daarin niet worden ontvangen.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte zal veroordelen tot vier maanden jeugddetentie voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren, met als bijzondere voorwaarde reclasseringsbegeleiding, en een leerstraf in de vorm van Tools4U. Voorts heeft de advocaat-generaal ten aanzien van het beslag gevorderd dat de panty's zullen worden verbeurd verklaard, het balletjespistool zal worden onttrokken aan het verkeer en de schoenen en de pet zullen worden teruggegeven aan verdachte.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - voor zover aan hoger beroep onderworpen - ten laste gelegd, dat:
1.
hij op of omstreeks 26 november 2008 in de gemeente [gemeente], in elk geval in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter voorbereiding van (een) misdrij(f)(ven) waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenissstraf van acht jaar of meer is gesteld te weten: diefstal met geweld en/of bedreiging met geweld tegen personen als omschreven in artikel 312 Wetboek van Strafrecht en/of afpersing als omschreven in artikel 317 Wetboek van Strafrecht (bij [horecagelegenheid], gelegen aan de [straat] te [plaats] en/of een woning gelegen aan de [straat] te [plaats]) opzettelijk
- een of meer vuurwapen(s), althans met (een) op (een) vuurwapen gelijkend(e) voorwerp(en) en/of een of meer (hak/slagers) mes(sen), in ieder geval met (een) scherp/puntig/snijdend (metalen) voorwerp(en), (aan te merken als steekwapen(s)) en/of een of meerdere bivakmuts(en) en/of (nylon) panty('s) en/of een of meerdere (latex) handschoen(en) kennelijk bestemd voor het begaan van dat/die misdrij(f)(ven) heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad, hebbende hij, verdachte en/of zijn mededader(s)
- de beoogde locatie(s) en/of het beoogde object geobserveerd (door te kijken waar de camera's hingen en/of afgelegd en/of beoordeeld als object/locatie voor een (gewapende) overval en/of
- een rolverdelingsplan/plan van aanpak gemaakt en/of
- zich gekleed in donkere kleding en/of zijn/hun gezicht(en) bedekt.
Vrijspraak
Het hof acht - anders dan de advocaat-generaal - niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verdachte was op 26 november 2008 in gezelschap van drie andere personen, te weten [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3]. Zij bevonden zich die dag om 23:30 uur buiten, op straat. Vanwege een eerder gepleegde overval werd [medeverdachte 1] die avond geobserveerd door een observatieteam. Naar aanleiding van een getapt telefoongesprek op woensdag 26 november 2008 om 21:09:28 waaruit het vermoeden rees dat verdachte [medeverdachte 1] naar alle waarschijnlijkheid op korte termijn opnieuw een overval wilde plegen is door de zaaksofficier toestemming verleend [medeverdachte 1] buiten heterdaad aan te houden. Door een miscommunicatie tussen één van de leden en de leidinggevende van het observatieteam werd kort daarna ten onrechte aan de zaaksofficier gerapporteerd dat vanuit de groep was gezegd dat "het kicken zou zijn om op de politie te schieten". De zaaksofficier heeft daarop besloten over te gaan tot aanhouding van alle vier de personen. Tijdens de aanhouding werden onder meer panty's, handschoenen en een op een vuurwapen gelijkend voorwerp bij de verdachten aangetroffen.
In het dossier bevinden zich onder meer verklaringen van verdachte, getuigen en medeverdachten, verslagen van het observatieteam en het proces-verbaal van aanhouding van verdachte. Uit deze bewijsmiddelen, die qua weergave van de feiten onderling sterk verschillen, komt onvoldoende naar voren wat de feitelijke gang van zaken is geweest vóór en tijdens de aanhouding van verdachte. Niet duidelijk is geworden of en in hoeverre verdachte in de uren voorafgaand aan zijn aanhouding (onafgebroken) in het gezelschap van zijn medeverdachten heeft verkeerd, op de hoogte was van het plan om een snackbar te overvallen en bij de voorbereidingshandelingen daarvan betrokken is geweest. Evenmin is duidelijk geworden op welk moment verdachte voor het eerst geconfronteerd werd met het neppistool, de panty's en de handschoenen die zijn medeverdachten bij zich hadden. Volgens verdachte heeft één van zijn medeverdachten de spullen naar hem toegegooid op of vlak vóór het moment dat de politie ter plaatse kwam en wist hij tot dan toe niet wat de anderen van plan waren. Dit standpunt van verdachte is op basis van eerdergenoemde bewijsmiddelen niet met een voldoende mate van zekerheid te weerleggen. Hierdoor heeft het hof uit de wettige bewijsmiddelen niet de overtuiging bekomen dat verdachte bij de voorbereiding van een overval als medepleger betrokken is geweest. Verdachte dient daarom te worden vrijgesproken.
Beslag
Het hof is van oordeel dat de in beslag genomen panty's en het op een vuurwapen gelijkend voorwerp (balletjespistool) dienen te worden onttrokken aan het verkeer, omdat het voorwerpen betreffen waarmee een strafbaar feit is begaan (niettegenstaande het feit dat verdachte hiervan wordt vrijgesproken) en deze voorwerpen van zodanige aard zijn, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.
De onder verdachte in beslag genomen schoenen en de pet zullen worden teruggeven aan verdachte.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 36b en 36c van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
verklaart de verdachte niet ontvankelijk in zijn hoger beroep, voor zover dit is gericht tegen de vrijspraak ter zake van het onder 2 tenlastegelegde;
vernietigt het vonnis, voor zover aan beroep onderworpen, en in zoverre opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte onder 1 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart aan het verkeer onttrokken:
een balletjespistool, (colt automatic)
twee zwarte panty's met gaten;
gelast de teruggave aan verdachte van:
de schoenen (Nike air max)
de pet (Nike);
heft op het - geschorste - bevel tot voorlopige hechtenis van verdachte.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. P.J.M. van den Bergh, voorzitter, mr. A.J. Rietveld en mr. P. Greve, in tegenwoordigheid van mr. M. Zevenhuizen als griffier.