Parketnummer: 24-000973-10
Parketnummer eerste aanleg: 07-410102-09
Arrest van 7 oktober 2010 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 8 april 2010 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1978] te [geboorteplaats],
ingeschreven en verblijvende te Hoogeveen, Kinholtsweg 7, P.I. Noord - De Grittenborgh te Hoogeveen,
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. A.S. ten Doesschate, advocaat te Zwolle.
Het vonnis waarvan beroep
De rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte bij het vonnis vrijgesproken van de onder 1 primair, 3, 4, 13 en 14 ten laste gelegde feiten en heeft verdachte ter zake van de onder 1 subsidiair, 2 primair, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12 en 15 ten laste gelegde misdrijven veroordeeld tot een straf en een bijkomende straf en heeft op de vorderingen van de benadeelde partijen beslist, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Voor zover het hoger beroep is gericht tegen de vrijspraak ter zake van de onder 3, 4, 13 en 14 ten laste gelegde feiten, kan verdachte daarin niet worden ontvangen.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte ter zake van de onder
1 subsidiair, 2, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12 en 15 ten laste gelegde feiten zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 20 maanden, dat het hof de in beslag genomen schroevendraaiers zal verbeurdverklaren en de teruggave zal gelasten van de 3 paar in beslag genomen schoenen. Voorts heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1] niet-ontvankelijk zal verklaren en de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2] geheel zal toewijzen, met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis, voor zover aan hoger beroep onderworpen, vernietigen en in zoverre opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is, overeenkomstig de inleidende dagvaarding met daarin aangebracht de wijziging die in eerste aanleg is toegelaten, ten laste gelegd - voor zover voor dit hoger beroep van belang - dat:
1.
hij op of omstreeks 25 oktober 2009 in de gemeente [pleeggemeente] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een pand aan de [straat] heeft weggenomen een pak melk, en elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de [stichting], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 25 oktober 2009 in de gemeente [pleeggemeente] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een pand aan de [straat] weg te nemen een pak melk en/of andere goederen, geheel of ten dele toebehorende aan de [stichting], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zich daarbij de toegang tot dat pand te verschaffen en/of die/dat weg te nemen dat pak melk en/of die goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, een raam heeft opengebroken en/of door dat raam dat pand is ingeklommen, (een) kast(en) en/of (een) lade(s) heeft doorzocht en/of een pak melk en/of een verpakking satesaus heeft gepakt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op of omstreeks 15 september 2009 in de gemeente [pleeggemeente] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een sporthal en/of de kantine van die sporthal aan de [straat] weg te nemen goederen, geheel of ten dele toebehorende aan de sporthal [naam], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zich daarbij de toegang tot die sporthal en/of die kantine te verschaffen en/of die/dat weg te nemen goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, een ruit van een deur van die sporthal heeft ingegooid of ingeslagen en/of een ruit van die kantine met een steen heeft ingegooid of ingeslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
indien het voorgaande onder 2 niet tot een bewezenverklaring leidt, dat:
hij op of omstreeks 15 september 2009 in de gemeente [pleeggemeente] opzettelijk en wederrechtelijk een ruit van een sporthal, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Sporthal [naam], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
5.
hij op of omstreeks 15 september 2009 in de gemeente [pleeggemeente] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een schoolgebouw aan de [straat] heeft weggenomen een desktop PC, een beeldscherm en/of een enveloppe met geld, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het [school], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
6.
hij op of omstreeks 20 maart 2009 in de gemeente [pleeggemeente] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een schoolgebouw aan de [straat] heeft weggenomen een beamer, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het [school], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
7.
hij op of omstreeks 28 juni 2009 in de gemeente [pleeggemeente] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een kerkgebouw heeft weggenomen een cd-harddisk recorder, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het [benadeelde 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
8.
hij op of omstreeks 25 juni 2009 in de gemeente [pleeggemeente] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een kerkgebouw aan [straat] heeft weggenomen sleutels, theelepels en/of een taartschep, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de Nederlands gereformeerde kerk, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
9.
hij op of omstreeks 10 september 2009 in de gemeente [pleeggemeente] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een restaurant aan de [straat] heeft weggenomen een geldlade en/of geld, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
10.
hij op of omstreeks 23 augustus 2009 in de gemeente [pleeggemeente] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit pand aan de [straat] heeft weggenomen één of meer computers, een server en/of één of meer beeldschermen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de [benadeelde 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
11.
hij op of omstreeks 24 juli 2009 in de gemeente [pleeggemeente] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een kerkgebouw aan de [straat] heeft weggenomen koeken, een fles drank, een systeemkast en/of een monitor, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de [kerk], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
12.
hij op of omstreeks 22 augustus 2009 in de gemeente [pleeggemeente] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een school aan de [straat] heeft weggenomen een laptop, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de [school], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
15.
hij op of omstreeks 03 juli 2009 in de gemeente [pleeggemeente] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een restaurant aan het [straat] heeft weggenomen een geldkistje, één of meer flessen drank, een cd-speler en/of geld, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.
Vrijspraak
Het hof acht onvoldoende wettig bewijs aanwezig dat verdachte de onder 7, 8, 10 en 15 ten laste gelegde feiten heeft begaan, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1 primair, 2 primair, 5, 6, 9, 11 en 12 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op 25 oktober 2009 in de gemeente [pleeggemeente] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in een pand aan de [straat] heeft weggenomen een pak melk, toebehorende aan de [stichting], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak;
2.
hij op 15 september 2009 in de gemeente [pleeggemeente] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in een sporthal en de kantine van die sporthal aan de [straat] weg te nemen goederen, toebehorende aan de sporthal [naam], en zich daarbij de toegang tot die sporthal en die kantine te verschaffen door middel van braak, een ruit van een deur van die sporthal heeft ingegooid en een ruit van die kantine met een steen heeft ingegooid, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
5.
hij op 15 september 2009 in de gemeente [pleeggemeente] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in een schoolgebouw aan de [straat] heeft weggenomen een desktop PC, een beeldscherm en een enveloppe met geld, toebehorende aan het [school], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van inklimming;
6.
hij op 20 maart 2009 in de gemeente [pleeggemeente] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in een schoolgebouw aan de [straat] heeft weggenomen een beamer, toebehorende aan het [school], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van inklimming;
9.
hij op 10 september 2009 in de gemeente [pleeggemeente] tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in een restaurant aan de [straat] heeft weggenomen een geldlade en geld, toebehorende aan [slachtoffer 2], waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak;
11.
hij omstreeks 24 juli 2009 in de gemeente [pleeggemeente] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in een kerkgebouw aan de [straat] heeft weggenomen koeken, een fles drank, een systeemkast en een monitor, toebehorende aan de [kerk], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak;
12.
hij op 22 augustus 2009 in de gemeente [pleeggemeente] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in een school aan de [straat] heeft weggenomen een laptop, toebehorende aan de [school], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak;
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1 primair,
2 primair, 5, 6, 9, 11 en 12 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
De onder 1 primair, 11 en 12 bewezen verklaarde feiten leveren telkens op het misdrijf:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Het onder 2 primair bewezen verklaarde feit levert op het misdrijf:
poging diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
De onder 5 en 6 bewezen verklaarde feiten leveren telkens op het misdrijf:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van inklimming.
Het onder 9 bewezen verklaarde feit levert op het misdrijf:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een groot aantal gekwalificeerde diefstallen, waarvan hij één diefstal met een mededader heeft gepleegd. Daarnaast heeft verdachte een poging tot diefstal gepleegd. De verdachte heeft kennelijk gehandeld vanuit het oogpunt van persoonlijk financieel gewin en heeft weinig respect voor de eigendoms-rechten van een ander.
Het hof houdt bij de strafoplegging rekening met een verdachte betreffend uittreksel uit het justitieel documentatieregister d.d. 21 juli 2010, waaruit blijkt dat hij in het verleden meermalen onherroepelijk is veroordeeld voor misdrijven. Hem zijn onder meer onvoorwaardelijke gevangenisstraffen opgelegd. Deze straffen hebben verdachte er niet van weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen.
Bij de straftoemeting worden tevens de ad informandum gevoegde feiten, vermeld op de inleidende dagvaarding (eveneens onder parketnr 07-410102-09) en door verdachte ter terechtzitting erkend, in aanmerking genomen. Hiermee zijn deze feiten afgedaan.
Daarnaast houdt het hof rekening met een omtrent verdachte uitgebrachte rapportage van de reclassering, d.d. 17 maart 2010. In dit rapport wordt het recidiverisico en het risico op onttrekken aan eventuele voorwaarden als hoog ingeschat. Aangezien het verdachte buiten detentie volledig aan enige vorm van structuur ontbreekt wordt een ambulant reclasseringstoezicht door de rapporteur niet realiseerbaar geacht.
Gelet op het voorgaande en gelet op de geldende oriëntatiepunten straftoemeting is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke omvang passend en noodzakelijk. Een deels voorwaardelijke gevangenisstraf in combinatie met een reclasseringstoezicht zoals door de raadsvrouw is gesuggereerd, is niet aan de orde. Het hof acht dit op basis van de verkregen informatie van de reclassering niet haalbaar. Het is niet aannemelijk geworden dat die informatie achterhaald is.
[benadeelde 1]
Uit het onderzoek ter terechtzitting van het hof is gebleken dat de benadeelde partij [benadeelde 1] zich in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd, dat haar vordering niet-ontvankelijk is verklaard en dat de benadeelde partij zich binnen de grenzen van haar eerste vordering in het geding in hoger beroep opnieuw heeft gevoegd. Derhalve duurt de voeging ter zake van haar in eerste aanleg gedane vordering tot schadevergoeding in hoger beroep voort.
De vordering heeft betrekking op het onder 7 ten laste gelegde feit. Nu aan verdachte ter zake van dit feit geen straf of maatregel wordt opgelegd, terwijl evenmin artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht wordt toegepast, dient de benadeelde partij, gelet op het bepaalde in artikel 361, tweede lid, aanhef en onder a, van het Wetboek van Strafvordering, niet-ontvankelijk te worden verklaard in haar vordering, met veroordeling van de benadeelde partij in de kosten van het geding door de verdachte gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil.
[benadeelde 2]
Uit het onderzoek ter terechtzitting van het hof is gebleken dat de benadeelde partij [benadeelde 2] zich in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd, dat haar vordering niet-ontvankelijk is verklaard en dat de benadeelde partij zich binnen de grenzen van haar eerste vordering in het geding in hoger beroep opnieuw heeft gevoegd.
Derhalve duurt de voeging ter zake van haar in eerste aanleg gedane vordering tot schadevergoeding in hoger beroep voort.
Naar het oordeel van het hof is de vordering van deze benadeelde partij niet van zo eenvoudige aard dat deze zich leent voor behandeling in het strafgeding. Gelet op het bepaalde in artikel 361, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering dient de benadeelde partij in haar vordering niet-ontvankelijk te worden verklaard, met bepaling dat de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Gelet op het vorenstaande dient de benadeelde partij te worden veroordeeld in de kosten van het geding door verdachte gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil.
Verbeurdverklaring
De twee in beslag genomen schroevendraaiers zijn voor verbeurdverklaring vatbaar, omdat verdachte met behulp van dit gereedschap heeft ingebroken bij de [stichting] (feit 1); deze schroevendraaiers behoren de verdachte toe.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 33, 33a, 45, 57, 63, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
verklaart de verdachte niet ontvankelijk in zijn hoger beroep, voor zover dit is gericht tegen de vrijspraak ter zake van de onder 3, 4, 13 en 14 ten laste gelegde feiten;
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, voor zover aan hoger beroep onderworpen, en in zoverre opnieuw recht doende;
verklaart het verdachte onder 7, 8, 10 en 15 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart het verdachte onder 1 primair, 2 primair, 5, 6, 9, 11 en 12 ten laste gelegde bewezen, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1 primair, 2 primair, 5, 6, 9, 11 en 12 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van vijftien maanden;
beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering wordt gebracht;
verklaart de benadeelde partij, [benadeelde 1], niet-ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt deze benadeelde partij in de kosten van het geding door de verdachte gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil;
verklaart de benadeelde partij, [benadeelde 2], niet-ontvankelijk in de vordering;
bepaalt dat deze benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
veroordeelt deze benadeelde partij in de kosten van het geding door de verdachte gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil;
verklaart verbeurd:
2 schroevendraaiers;
gelast de teruggave aan verdachte van:
3 paar schoenen (1 paar schoenen merk New Impact, 1 paar schoenen merk Nike, kleur grijs en 1 paar schoenen merk Nike, kleur goud).
Dit arrest is aldus gewezen door mr. G.M. Meijer-Campfens, voorzitter, mr. P. Koolschijn en mr. J. Hielkema, in tegenwoordigheid van mr. H. Akkerman als griffier.
-