ECLI:NL:GHARN:2010:BO1046
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- G. Mintjes
- B.P.J.A.M. van der Pol
- W.R. Rosingh
- Rechtspraak.nl
Omzetting van terbeschikkingstelling met voorwaarden naar dwangverpleging
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 2 september 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep over de terbeschikkingstelling van een betrokkene. De zaak betreft de vraag of de terbeschikkingstelling met voorwaarden moet worden omgezet in een terbeschikkingstelling met dwangverpleging. Het hof oordeelt dat op grond van artikel 38c van het Wetboek van Strafrecht de rechter, op vordering van het openbaar ministerie, kan bevelen dat een terbeschikkinggestelde alsnog van overheidswege zal worden verpleegd. Het hof stelt vast dat er voldaan is aan het eerste criterium voor omzetting, namelijk het niet naleven van de gestelde voorwaarden. De betrokkene heeft herhaaldelijk alcohol gebruikt, wat in twee gevallen leidde tot fysiek geweld tegen anderen. Het hof concludeert dat de kans op herhaling van dergelijk gedrag aanwezig is, maar dat het risico op ernstige geweldsdelicten niet verhoogd is. De betrokkene heeft echter ook positieve ontwikkelingen doorgemaakt in haar behandeling en staat open voor verdere vrijwillige behandeling. Gezien deze omstandigheden oordeelt het hof dat het delictgevaar in voldoende mate kan worden beperkt door minder ingrijpende maatregelen dan dwangverpleging. Daarom wijst het hof de vordering van de officier van justitie af en bepaalt dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden wordt voortgezet. De beslissing van de rechtbank Breda van 12 mei 2010 wordt vernietigd.