ECLI:NL:GHARN:2010:BO1452
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Incident tot schorsing van de tenuitvoerlegging van een vonnis in hoger beroep
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 19 oktober 2010, gaat het om een incident tot schorsing van de tenuitvoerlegging van een eerder vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad. De appellanten, vertegenwoordigd door mr. M.E. Goudriaan, hebben hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 30 juni 2010, waarin zij zijn veroordeeld tot betaling van € 17.000,00 aan de geïntimeerde, vertegenwoordigd door mr. B. Eskes. De appellanten vorderden schorsing van de uitvoerbaarheid bij voorraad van het vonnis, stellende dat zij in een noodtoestand zouden geraken indien de executie zou plaatsvinden, en dat het vonnis berustte op een kennelijke misslag. De geïntimeerde betwistte deze claims en stelde dat hij zijn geld terug wilde krijgen voordat hij overleed.
Het hof overwoog dat voor schorsing van de executie voldoende grond moet bestaan, en dat de appellanten niet voldoende feiten en omstandigheden hadden aangevoerd die een kennelijke misslag in het eerdere vonnis konden rechtvaardigen. Het hof concludeerde dat de belangen van de geïntimeerde bij executie zwaarder wogen dan die van de appellanten bij schorsing. De incidentele vordering van de appellanten werd dan ook afgewezen, en de kosten van het incident werden gereserveerd voor de einduitspraak in de hoofdzaak. De hoofdzaak werd verwezen naar de rol voor verdere procedure.