Parketnummer: 24-002078-09
Parketnummer eerste aanleg: 07-607123-09
Parketnummer tul: 13-437297-07
Arrest van 22 oktober 2010 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 18 augustus 2009 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1990] te [geboorteplaats],
thans zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande,
thans verblijvende in P.I. Flevoland, HvB Lelystad te Lelystad,
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman, mr. W. Anker, advocaat te Breda.
Het vonnis waarvan beroep
De rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte bij het vonnis wegens misdrijven veroordeeld tot een straf, heeft beslissingen genomen ten aanzien van inbeslaggenomen goederen en de vordering van de benadeelde partij en heeft op een vordering tot tenuitvoerlegging beslist, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal vrijspreken van het hem onder 1 onder a ten laste gelegde, het verdachte onder 1 onder b, 2 en 3 ten laste gelegde bewezen zal verklaren en hem ter zake zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd voor de duur van 2 jaren, met als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht.
Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof de vordering zal toewijzen tot een bedrag van € 2.178,40, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel tot een bedrag van € 2.103,40 subsidiair 31 dagen vervangende hechtenis, en de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal verklaren voor het overige.
De advocaat-generaal heeft voorts de teruggave van € 2.010,- aan [benadeelde], teruggave van de geheugenkaart aan de rechthebbende en onttrekking aan het verkeer van oranje balletjes gevorderd.
De advocaat-generaal heeft tot slot de tenuitvoerlegging van 150 dagen jeugddetentie gevorderd, verdachte bij vonnis van de rechtbank Amsterdam van 1 september 2008 voorwaardelijk opgelegd.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Het hof heeft ten behoeve van de leesbaarheid en begrijpelijkheid van het arrest - conform de rechtbank - bij het onder 1 ten laste gelegde de letters 'a' en 'b' in de tenlastelegging aangebracht. Aan de verdachte is met inachtneming van het vorenstaande ten laste gelegd, dat:
1.
a.
hij op of omstreeks 09 april 2009 in de gemeente [gemeente] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag van ongeveer 90,- euro en/of drie (ABN AMRO) bankpassen (op naam staand van [benadeelde]) en/of een rugtas (merk: Eastpack) en/of kleding, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [benadeelde], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s) toen, aldaar, meermalen, in ieder geval éénmaal,
- (met kracht) die [benadeelde] op/tegen/in het lichaam en/of op/tegen het hoofd heeft/hebben getrapt/geschopt en/of geslagen/gestompt en/of
- een tafel over die [benadeelde] heeft/hebben geschoven/neergezet, terwijl die [benadeelde] zich (al liggend) op de grond bevond en/of
- die [benadeelde] de volgende woorden heeft/hebben toegevoegd:
* "Ik ga je schoppen op je nieuwe heup, als je het geld niet geeft." en/of
* "Geef je pinpassen." en/of
* "Geef de pincodes, die bij de pinpassen horen." en/of
* "Ga naast de tafel op de grond zitten met je rug tegen de muur." en/of
* "Kijk me niet aan, anders ga ik je weer schoppen." en/of
* "Ga op de grond liggen. Op je buik met je handen op je rug." en/of
* "Houd je bek, anders ga ik je schoppen." en/of
* "Zweer op de dood van je kinderen, dat je niet naar de politie gaat en geen
aangifte doet." en/of
* Je moet luisteren en doen wat er gezegd wordt, anders ga je het wel merken.",
althans (telkens) woorden van gelijke (bedreigende) aard of strekking;
b.
hij op of omstreeks 09 april 2009 in de gemeente [gemeente] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [benadeelde] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag van ongeveer 90,- euro en/of drie (ABN AMRO) bankpassen (op naam staand van [benadeelde]) en/of een rugtas (merk: Eastpack) en/of kleding, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [benadeelde], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s) toen, aldaar, meermalen, in ieder geval éénmaal,
- (met kracht) die [benadeelde] op/tegen/in het lichaam en/of op/tegen het hoofd heeft/hebben getrapt/geschopt en/of geslagen/gestompt en/of
- een tafel over die [benadeelde] heeft/hebben geschoven/neergezet, terwijl die [benadeelde] zich (al liggend) op de grond bevond en/of
- die [benadeelde] de volgende woorden heeft/hebben toegevoegd:
* "Ik ga je schoppen op je nieuwe heup, als je het geld niet geeft." en/of
* "Geef je pinpassen." en/of
* "Geef de pincodes, die bij de pinpassen horen." en/of
* "Ga naast de tafel op de grond zitten met je rug tegen de muur." en/of
* "Kijk me niet aan, anders ga ik je weer schoppen." en/of
* "Ga op de grond liggen. Op je buik met je handen op je rug." en/of
* "Houd je bek, anders ga ik je schoppen." en/of
* "Zweer op de dood van je kinderen, dat je niet naar de politie gaat en geen
aangifte doet." en/of
* Je moet luisteren en doen wat er gezegd wordt, anders ga je het wel merken.",
althans (telkens) woorden van gelijke (bedreigende) aard of strekking;
2.
hij op ??n of meer tijdstippen op of omstreeks 09 april 2009 in de gemeente [gemeente] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een geldautomaat heeft weggenomen een geldbedrag (in totaal 2100,- euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich (telkens) de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel;
althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op één of meer tijdstippen op of omstreeks 09 april 2009 in de gemeente [gemeente] (telkens) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een geldautomaat weg te nemen een geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich (telkens) daarbij de toegang tot die geldautomaat te verschaffen en/of die/dat weg te nemen geldbedrag onder zijn/hun bereik te brengen door middel van een valse sleutel, immers heeft/hebben, hij, verdachte en/of zijn mededader(s) meermalen, in ieder geval éénmaal, getracht geld op te nemen uit een geldautomaat met een (ABN AMRO) bankpas (op naam staand van die [benadeelde]), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
hij op of omstreeks 09 april 2009 in de gemeente [gemeente] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [benadeelde] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, immers heeft (hebben) hij verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s) met dat opzet die [benadeelde] meermalen, in ieder geval éénmaal, in een woning (gelegen aan de [straat])
- (met kracht op/tegen de borst, in ieder geval op/tegen/in het lichaam, geduwd (waardoor die [benadeelde] ten val kwam) en/of
- (met kracht) die [benadeelde] op/tegen/in het lichaam en/of op/tegen het hoofd getrapt/geschopt en/of geslagen/gestompt (terwijl die [benadeelde] zich op de grond bevond) en/of
- een tafel over die [benadeelde] geschoven/neergezet, terwijl die [benadeelde] zich (liggend) op de grond bevond en/of
- die [benadeelde] de volgende woorden toegevoegd:
* "Ga naast de tafel op de grond zitten met je rug tegen de muur." en/of
* "Kijk me niet aan, anders ga ik je weer schoppen." en/of
* "Ga op de grond liggen. Op je buik met je handen op je rug." en/of
* "Houd je bek, anders ga ik je schoppen." en/of
* "Zweer op de dood van je kinderen, dat je niet naar de politie gaat en geen
aangifte doet." en/of
* "Je moet luisteren en doen wat er gezegd wordt, anders ga je het wel merken.", althans (telkens) woorden van gelijke aard of strekking.
Vrijspraak
Het hof acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen onder 1 onder a aan verdachte is ten laste gelegd, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat:
1.
b.
hij op 09 april 2009 in de gemeente [gemeente] tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [benadeelde] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag van ongeveer 90,- euro en drie (ABN AMRO) bankpassen (op naam staand van [benadeelde]) toebehorende aan die [benadeelde], welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s) toen, aldaar die [benadeelde] de volgende woorden heeft/hebben toegevoegd:
* "Ik ga je schoppen op je nieuwe heup, als je het geld niet geeft." en
* "Geef je pinpassen." en
* "Geef de pincodes, die bij de pinpassen horen.";
2. primair
hij op meerdere tijdstippen op 09 april 2009 in de gemeente [gemeente] tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een geldautomaat heeft weggenomen een geldbedrag (in totaal 2100,- euro), toebehorende aan [benadeelde], waarbij verdachte de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel;
3.
hij op 09 april 2009 in de gemeente [gemeente] tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk [benadeelde] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd, immers heeft (hebben) verdachte en/of zijn mededader met dat opzet in een woning (gelegen aan de [straat])
- (met kracht) die [benadeelde] tegen het lichaam en het hoofd geschopt en geslagen/gestompt en
- een tafel over die [benadeelde] geschoven, terwijl die [benadeelde] zich (liggend) op de grond bevond en
- die [benadeelde] de volgende woorden toegevoegd:
* "Ga naast de tafel op de grond zitten met je rug tegen de muur." en
* "Kijk me niet aan, anders ga ik je weer schoppen." en
* "Ga op de grond liggen. Op je buik met je handen op je rug." en
* "Houd je bek, anders ga ik je schoppen." en
* "Zweer op de dood van je kinderen, dat je niet naar de politie gaat en geen
aangifte doet." en
* "Je moet luisteren en doen wat er gezegd wordt, anders ga je het wel merken.".
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1 onder b, 2 primair en 3 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert respectievelijk op de misdrijven:
onder 1 onder b: afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
onder 2: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd;
onder 3: medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft op 9 april 2009 met een ander [benadeelde] door bedreiging met geweld gedwongen tot afgifte van geld en pinpassen met bijbehorende pincodes. Terwijl [benadeelde] wederrechtelijk van zijn vrijheid werd beroofd, heeft verdachte met de buitgemaakte pinpassen binnen een tijdsbestek van een kwartier tien maal op verschillende locaties geld van de rekeningen van [benadeelde] gepind. Die vrijheidsberoving is gepaard gegaan met dreiging met en toepassing van geweld. Door het plegen van deze feiten heeft verdachte een ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit, gezondheid en bewegingsvrijheid van die [benadeelde].
Het hof houdt bij de strafoplegging rekening met een verdachte betreffend uittreksel uit de justiti?le documentatie van 18 augustus 2010, waaruit blijkt dat verdachte eerder ter zake van gewelds- en vermogensdelicten is veroordeeld.
De raadsman heeft ter zitting verzocht bij de strafoplegging rekening te houden met het feit dat verdachte zijn verblijfstitel zal verliezen indien er meer dan 18 maanden onvoorwaardelijke vrijheidsstraf zal worden opgelegd.
De raadsman heeft het hof voorts in overweging gegeven om een reclasseringsrapport te doen opmaken om inzicht te verschaffen in de persoonlijke omstandigheden van verdachte en de mogelijkheden van toezicht in kaart te brengen om verdachtes leven weer op de rails te krijgen.
Het hof acht de noodzaak van een dergelijk rapport niet aanwezig. Het hof acht zich op grond van het verhandelde ter zitting en de uitgebrachte rapportages van de William Schrikker Groep van 8 oktober 2010 en 28 april 2009 voldoende voorgelicht over diens persoonlijke omstandigheden.
De rechtbank heeft verdachte ter zake van de onder 1 onder b, 2 primair en 3 bewezenverklaarde feiten veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met reclasseringstoezicht als bijzondere voorwaarde. De advocaat-generaal heeft ter zitting in hoger beroep oplegging van de door de rechtbank opgelegde straf gevorderd. Naar het oordeel van het hof rechtvaardigen de aard en de ernst van de bewezenverklaarde feiten de oplegging van die straf. Voor een lagere gevangenisstraf, zoals bepleit door de raadsman, ziet het hof, gelet op verdachtes strafrechtelijke verleden, geen aanleiding. De persoonlijke omstandigheden zoals die blijken uit voornoemde rapporten, waaronder een verstandelijke beperking, nopen ertoe om aan het voorwaardelijk deel van de gevangenisstraf reclasseringstoezicht te verbinden opdat de verdachte hulp en steun wordt geboden.
Inbeslaggenomen goederen
Oranje balletjes
Het hof zal de oranje balletjes onttrekken aan het verkeer. Deze aan verdachte toebehorende voorwerpen, zijnde munitie voor zogenoemde 'balletjespistolen', zijn van zodanige aard, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en met het algemeen belang. Zij zijn bij gelegenheid van het onderzoek naar de door hem begane feiten aangetroffen en kunnen dienen tot het begaan of voorbereiden van soortgelijke feiten.
Geheugenkaart
Nu met betrekking tot de inbeslaggenomen geheugenkaart geen persoon als rechthebbende kan worden aangewezen, zal het hof met betrekking tot dat voorwerp de bewaring ten behoeve van de rechthebbende gelasten.
Geldbedrag
Nu het belang van strafvordering zich daartegen niet verzet, zal het hof de teruggave van het onder verdachte in beslag genomen geldbedrag van € 2.010,- aan de rechthebbende ([benadeelde]) gelasten.
Benadeelde partij
Uit het onderzoek ter zitting van het hof is gebleken dat de benadeelde partij zich in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd, dat de vordering in eerste aanleg niet is toegewezen en dat deze zich binnen de grenzen van de eerste vordering in het geding in hoger beroep opnieuw heeft gevoegd. Derhalve duurt de voeging ter zake van de in eerste aanleg gedane vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep voort.
De vordering is van de zijde van de verdachte in zoverre betwist, dat de vordering dient te worden afgewezen, subsidiair dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering dient te worden verklaard.
Naar het oordeel van het hof is vast komen te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde rechtstreeks schade is toegebracht.
De schade wordt door het hof als volgt begroot:
- smartengeld ad. € 1.400,-
- kledingschade ad. € 105,-
- brilschade ad. € 300,-
- porto- en telefoonkosten ad. € 50,-
- kilometervergoeding ad € 158,40
- De vordering van de benadeelde partij behelst de schadepost 'geld' ad. € 2.500,-. Het hof begroot die schade op een bedrag van € 2.190,- (bestaande uit schade ter zake van afpersing ad. € 90,- en pintransacties ad. € 2.100,-).
Het hof zal de vordering toewijzen tot een bedrag van € 180,-, zijnde het schadebedrag van € 2.190,- verminderd met het bedrag van € 2.010,- waarvan het hof de teruggave aan [benadeelde] zal gelasten. Het hof zal de vordering ten aanzien van de schadepost 'geld' voor het overige afwijzen.
Het hof zal de vordering van de benadeelde partij toewijzen tot een totaalbedrag van € 2.193,40, een en ander zodanig, dat indien dit bedrag door de mededader geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, de verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.
Het hof is van oordeel dat de vordering ten aanzien van de overige schadeposten niet van zo eenvoudige aard is dat zij zich leent voor behandeling in het strafgeding. Het hof zal de benadeelde partij voor dat deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat deze de vordering in zoverre bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Gelet op het vorenstaande dient verdachte, als de in het ongelijk gesteld partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de benadeelde partij, tot aan deze uitspraak begroot op € 75,- (kosten rechtsbijstand) en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Het hof zal voorts de schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde] opleggen voor het bedrag van € 2.193,40, een en ander zodanig, dat indien dit bedrag door de mededader geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, de verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.
Tenuitvoerlegging
Bij vonnis van de rechtbank Amsterdam van 1 september 2008, parketnummer 13-437297-07, is verdachte onder meer veroordeeld tot een voorwaardelijke jeugddetentie voor de duur van 150 dagen, met een proeftijd van twee jaren. Uit het onderzoek ter zitting van het hof is gebleken dat dit vonnis onherroepelijk is geworden op 16 september 2008. De proeftijd is eveneens op deze datum ingegaan. De officier van justitie heeft op 9 juli 2009 gevorderd dat last zal worden gegeven tot tenuitvoerlegging van de jeugddetentie, omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten.
Nu gebleken is dat veroordeelde het hiervoor bewezenverklaarde heeft begaan voor het einde van de proeftijd, zal het hof op grond van het vorenstaande de tenuitvoerlegging van 150 dagen jeugddetentie gelasten.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 36b, 36d, 47, 57, 77dd, 282, 310, 311, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte onder 1 onder a ten laste gelegde niet bewezen en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart het verdachte onder 1 onder b, 2 primair en 3 ten laste gelegde bewezen, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1 onder b, 2 primair en 3 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van dertig maanden;
beveelt, dat van de gevangenisstraf een gedeelte van zes maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, of de hierna te noemen bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
stelt als bijzondere voorwaarde:
dat de veroordeelde zich zal stellen onder toezicht van de Stichting Reclassering Nederland en zich zal gedragen naar de aanwijzingen van die instelling;
draagt genoemde instelling op de veroordeelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen;
bepaalt dat dit toezicht door genoemde instelling reeds tijdens de proeftijd kan worden be?indigd;
beveelt dat de tijd door de veroordeelde v??r de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering wordt gebracht;
gelast de teruggave aan [benadeelde] van:
- een geldbedrag van € 2.010,-;
verklaart aan het verkeer onttrokken:
- oranje balletjes;
gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van:
- geheugenkaart;
wijst toe de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde], wonende te [woonplaats], tot een bedrag van tweeduizend honderddrieënnegentig euro en veertig cent;
met dien verstande, dat indien één of meer van de mededaders van veroordeelde dit bedrag of een gedeelte daarvan heeft betaald, de veroordeelde in zoverre is of zal zijn bevrijd;
veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt - tot aan deze uitspraak begroot op vijfenzeventig euro - en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte tevens de verplichting op tot betaling aan de Staat van tweeduizend honderddrieënnegentig euro en veertig cent ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde], wonende te [woonplaats];
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van eenendertig dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt;
met dien verstande, dat indien één of meer van de mededaders van veroordeelde dit bedrag of een gedeelte daarvan heeft betaald, de veroordeelde in zoverre is of zal zijn bevrijd;
bepaalt dat indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van bovenvermeld bedrag, de verplichting om te voldoen aan de vordering van de benadeelde partij komt te vervallen, alsmede dat, indien veroordeelde aan de vordering van de benadeelde partij heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen;
gelast de tenuitvoerlegging van de aan veroordeelde bij vonnis van de rechtbank Amsterdam van 1 september 2008 (parketnummer 13-437297-07) voorwaardelijk opgelegde straf, te weten:
jeugddetentie voor de duur van honderdvijftig dagen.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. O. Anjewierden, voorzitter, mr. R.C. van Houten en mr. G.M. Meijer-Campfens, in tegenwoordigheid van mr. I.N. Koers als griffier, zijnde mr. R.C. van Houten buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.