ECLI:NL:GHARN:2010:BO2647
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- M. Laméris-Tebbenhoff Rijnenberg
- A. Greve
- J. Dam
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen veroordeling voor rijden onder invloed van alcohol met recidive
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 2 november 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een veroordeling van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte, geboren in 1956 en woonachtig te [woonplaats], was niet ter terechtzitting verschenen, maar werd vertegenwoordigd door zijn raadsman M. Zwennes, advocaat te Amsterdam. De verdachte was eerder veroordeeld voor een soortgelijk feit en had een ontzegging van de rijbevoegdheid opgelegd gekregen. De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een werkstraf en een ontzegging van de rijbevoegdheid wegens rijden onder invloed van alcohol. De verdachte had op 27 mei 2008 een personenauto bestuurd met een bloedalcoholgehalte van 2,37 milligram, wat aanzienlijk boven de toegestane limiet lag.
Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof de verdachte zou veroordelen tot dezelfde straf als eerder opgelegd. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof achtte de verdachte strafbaar en oordeelde dat er geen strafuitsluitingsgronden aanwezig waren. De straf werd gemotiveerd op basis van de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het was begaan en de persoon van de verdachte. Het hof heeft de werkstraf van 36 uren, subsidiair 18 dagen hechtenis, opgelegd en daarnaast de ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 15 maanden. Deze beslissing was in lijn met de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting, gezien de recidive binnen vijf jaar na de eerdere veroordeling.
Het hof heeft de artikelen 22c en 22d van het Wetboek van Strafrecht en de relevante artikelen van de Wegenverkeerswet 1994 toegepast. De uitspraak is gedaan door een meervoudige strafkamer, waarbij de voorzitter mr. Laméris-Tebbenhoff Rijnenberg, samen met mr. Greve en mr. Dam, de beslissing heeft genomen. De griffier Boersma was aanwezig bij de uitspraak.