ECLI:NL:GHARN:2010:BO3703

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
2 november 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.046.855/01 en 200.055.388/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging gezamenlijk gezag en vaststelling omgangsregeling voor kind

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 2 november 2010, zijn twee hoger beroepen aan de orde, met zaaknummers 200.046.855/01 en 200.055.388/01. De zaak betreft een geschil over de zorgregeling en het gezag over een kind, geboren in 2004. In eerste aanleg heeft de rechtbank Zwolle-Lelystad op 1 juli 2009 bepaald dat het kind zijn hoofdverblijfplaats bij de geïntimeerde zal hebben, en een voorlopige omgangsregeling vastgesteld. De appellante heeft in hoger beroep verzocht deze beschikking te vernietigen en opnieuw te beslissen.

Tijdens de procedure heeft het hof kennisgenomen van een faxbericht van 14 september 2010, waarin partijen overeenstemming hebben bereikt over de beëindiging van het gezamenlijk gezag en de omgangsregeling. Het hof heeft vastgesteld dat partijen het in het belang van het kind achten dat er geen omgang plaatsvindt tussen het kind en de geïntimeerde, en dat de geïntimeerde geen financiële bijdrage meer hoeft te leveren in de kosten van verzorging en opvoeding van het kind.

Op basis van deze overeenstemming heeft het hof de eerdere beschikkingen van de rechtbank vernietigd en bepaald dat het gezamenlijk gezag van partijen over het kind wordt beëindigd. De appellante wordt belast met het eenhoofdig gezag. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het hof heeft het meer of anders verzochte afgewezen. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Beschikking d.d. 2 november 2010
Zaaknummers 200.046.855/01 en 200.055.388/01
HET GERECHTSHOF ARNHEM
Nevenzittingsplaats Leeuwarden
Beschikking in de zaak met zaaknummer 200.046.855/01
[appellante],
wonende te [woonplaats],
appellante,
hierna te noemen: [appellante (200.046.855/01)],
advocaat mr. C.J.P. Liefting, kantoorhoudende te Amstelveen,
tegen
[geïntimeerde],
wonende te [woonplaats],
geïntimeerde,
hierna te noemen: [geïntimeerde (200.046.855/01)],
advocaat mr. B.P.G. Dijkers, kantoorhoudende te Almere,
en in de zaak met zaaknummer 200.055.388/01
[appellante (200.055.388/01)],
wonende te [woonplaats],
appelante,
hierna te noemen: [appellante (200.055.388/01)],
advocaat mr. B.P.G. Dijkers, kantoorhoudende te Almere,
tegen
[geïntimeerde (200.055.388/01)],
wonende te [woonplaats],
geïntimeerde,
hierna te noemen: [geïntimeerde (200.055.388/01)],
advocaat mr. C.J.P. Liefting, kantoorhoudende te Amstelveen.
In de zaak met zaaknummer 200.046.855/01
Het geding in eerste aanleg
Bij beschikking van 1 juli 2009 heeft de rechtbank Zwolle-Lelystad, locatie Lelystad, bepaald dat [het kind] (hierna: [het kind]), geboren op [2004] in de gemeente Almere, zijn hoofdverblijfplaats bij [geïntimeerde (200.046.855/01)] zal hebben.
Daarnaast heeft de rechtbank een voorlopige omgangsregeling (die het hof overigens, gelet op de thans geldende wetgeving, als zorgregeling zal aanduiden) tussen [appellante (200.046.855/01)] en [het kind] vastgesteld.
Het geding in hoger beroep
Bij beroepschrift, binnengekomen bij de griffie binnen de beroepstermijn, heeft [appellante (200.046.855/01)] verzocht de beschikking van 1 juli 2009 te vernietigen en opnieuw recht-doende te beslissen zoals in het petitum van dat beroepschrift is weergegeven, welk petitum als hier herhaald en ingelast geldt.
Bij verweerschrift, binnengekomen bij de griffie binnen de daartoe verleende termijn, heeft [geïntimeerde (200.046.855/01)] het verzoek bestreden en het hof verzocht om - zakelijk weergegeven - de beschikking waarvan beroep te bekrachtigen voor wat betreft de beslissing ten aanzien van de bepaling van de hoofdverblijfplaats van [het kind] bij haar. Tevens heeft [geïntimeerde (200.046.855/01)] bij voormeld verweerschrift incidenteel beroep ingesteld en daarin verzocht zoals in het petitum van dat verweerschrift is weergegeven, welk petitum als hier herhaald en ingelast geldt.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van de overige stukken.
In de zaak met zaaknummer 200.055.388/01
Het geding in eerste aanleg
Bij beschikking van 14 oktober 2009 heeft de rechtbank Zwolle-Lelystad, locatie Lelystad, een zorgregeling tussen [geïntimeerde (200.055.388/01)] en [het kind] vastgesteld en bepaald dat [geïntimeerde (200.055.388/01)] met ingang van heden een bedrag van € 156,-- per maand aan [appellante (200.055.388/01)] dient te voldoen als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [het kind].
De rechtbank heeft het verzoek van [appellante (200.055.388/01)] dat zij voortaan alleen het gezag over [het kind] zal uitoefenen, afgewezen.
Het geding in hoger beroep
Bij beroepschrift, binnengekomen bij de griffie binnen de beroepstermijn, heeft [appellante] verzocht de beschikking van 14 oktober 2009 te vernietigen en opnieuw rechtdoende te beslissen zoals in het petitum van dat beroepschrift is weergegeven, welk petitum als hier herhaald en ingelast geldt.
Hoewel daartoe in de gelegenheid gesteld, heeft [geïntimeerde] geen verweerschrift ingediend.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van de overige stukken.
In beide zaken
Gelet op het hieronder vermelde heeft geen mondelinge behandeling van de zaken plaatsgevonden.
De beoordeling
Overeenstemming
1. Het hof heeft kennisgenomen van het faxbericht van 14 september 2010 van mr. Dijkers, waaruit blijkt dat partijen ter zake van al hun geschilpunten overeenstemming hebben bereikt en wel aldus dat het gezamenlijk gezag van partijen over [het kind] wordt beëindigd en uitsluitend [appellante] dient te worden belast met eenhoofdig gezag; partijen het beiden in het belang van [het kind] achten dat geen omgang plaatsvindt tussen [het kind] en [geïntimeerde], ook niet tijdens vakanties of anderszins; [geïntimeerde] met ingang van 14 september 2010 niet langer is verschuldigd enige financiële bijdrage te leveren in de kosten van verzorging en opvoeding van [het kind]. Bij voornoemd faxbericht wordt daarnaast het verzoek om vervangende toestemming te verlenen ten behoeve van het hulpverlenings-traject voor [het kind] ingetrokken. Mr. Dijkers verzoekt het hof de afspraken opte nemen in een eindbeschikking, opdat beide zaken kunnen worden gesloten en heeft aangegeven dat, indien het hof hiertoe bereid is, kan worden afgezien van een mondelinge behandeling.
2. Ten blijke van instemming van [geïntimeerde] is voornoemd faxbericht mede voor akkoord ondertekend door mr. Liefting.
3. Nu partijen daarover overeenstemming hebben bereikt, beschouwt het hof de tussen hen getroffen regelingen ten aanzien van [het kind] als in diens belang te zijn.
4. Het hof zal, gelet op het vorenstaande, de behandeling van de grieven achterwege laten, omdat partijen daar geen belang meer bij hebben.
Slotsom
5. Het hof zal - gelet op de overeenstemming - de beschikkingen waarvan beroep vernietigen en beslissen als na te melden.
De beslissing
Het gerechtshof:
vernietigt de beschikkingen waarvan beroep van 1 juli 2009 en 14 oktober 2009;
en opnieuw beslissende:
bepaalt dat het gezamenlijk gezag van partijen over [het kind], geboren op [2004] in de gemeente Almere, wordt beëindigd en belast (uitsluitend) [appellante] met het eenhoofdig gezag;
bepaalt dat er geen omgang zal plaatsvinden tussen [het kind] en [geïntimeerde], ook niet tijdens vakanties of anderszins;
bepaalt dat [geïntimeerde] met ingang van 14 september 2010 niet langer is verschuldigd enige financiële bijdrage te leveren in de kosten van verzorging en opvoeding van [het kind];
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mrs. J.D.S.L. Bosch, J.G. Idsardi en E. Groot, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van dit hof van 2 november 2010 in bijzijn van de griffier.