ECLI:NL:GHARN:2010:BO4472
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging gezamenlijk gezag en toewijzing eenhoofdig gezag aan de moeder
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 9 november 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep over het gezag van een minderjarige, geboren in 1996. De moeder, die in eerste aanleg een verzoek tot wijziging van het gezag had ingediend, was in het ongelijk gesteld door de rechtbank Zwolle-Lelystad. De moeder heeft vervolgens hoger beroep ingesteld, waarbij zij verzocht om het gezamenlijk gezag met de vader te beëindigen en haar alleen met het gezag over het kind te belasten. Het hof heeft vastgesteld dat de ouders sinds 1997 geen affectieve relatie meer hebben en dat de vader gedurende twaalf jaar geen enkele invulling heeft gegeven aan zijn ouderlijk gezag. Het kind heeft geen contact met de vader en kent hem nauwelijks. De moeder heeft alle beslissingen met betrekking tot het kind genomen in overleg met haar echtgenoot, die de rol van vader op zich heeft genomen. Het hof heeft overwogen dat er geen onaanvaardbaar risico is dat het kind klem of verloren zal raken tussen de ouders, maar dat het in het belang van het kind noodzakelijk is dat het gezamenlijk gezag eindigt. De vader heeft geen interesse getoond in de opvoeding van het kind en de moeder heeft aangegeven dat het voor de identiteitsvorming van het kind belangrijk is dat hij de achternaam van haar echtgenoot kan dragen. Het hof heeft uiteindelijk de beschikking van de rechtbank vernietigd en bepaald dat het gezag over het kind voortaan alleen aan de moeder toekomt.