ECLI:NL:GHARN:2010:BO4673
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- H. Heins
- H.M.E. Laméris-Tebbenhoff Rijnenberg
- J.A. Wiarda
- Rechtspraak.nl
Noodweer als verweer bij mishandeling in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 18 november 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte, geboren in 1967 en wonende te [woonplaats], was eerder veroordeeld voor mishandeling. De politierechter had hem een straf opgelegd en de vordering van de benadeelde partij toegewezen. De verdachte heeft tijdig hoger beroep ingesteld. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof de verdachte zou veroordelen tot een voorwaardelijke geldboete van € 250,- met een proeftijd van twee jaar, en dat de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk zou worden verklaard.
Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. De tenlastelegging betrof opzettelijke mishandeling van de benadeelde partij op 25 maart 2008. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich in een manege bevond en onverwachts door de benadeelde partij werd geslagen. De verdachte heeft in reactie daarop de benadeelde met de vuist geslagen. Het hof heeft geoordeeld dat de verdachte handelde uit noodzakelijke verdediging, omdat hij zich niet kon onttrekken aan de aanval van de benadeelde partij. Het beroep op noodweer is door het hof geaccepteerd, waardoor de verdachte van alle rechtsvervolging is ontslagen.
De benadeelde partij is niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering, en het hof heeft de benadeelde partij veroordeeld in de kosten van het geding, die op nihil zijn begroot. Dit arrest is ondertekend door de voorzitter en de andere rechters, met uitzondering van mr. J.A. Wiarda, die buiten staat was om te ondertekenen.