ECLI:NL:GHARN:2010:BP0769
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van de schuldsaneringsregeling na controle van verslavingsproblematiek
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 16 december 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep over de toewijzing van de schuldsaneringsregeling voor de appellante, die te maken had met een verslavingsproblematiek. De rechtbank Zwolle-Lelystad had eerder, op 12 november 2010, het verzoek van de appellante om de schuldsaneringsregeling toe te passen afgewezen. De rechtbank oordeelde dat het nog onvoldoende aannemelijk was dat de appellante haar verslavingsproblematiek onder controle had, wat een terugvalrisico met zich meebracht. De rechtbank baseerde haar oordeel op artikel 288, eerste lid, aanhef en onder b, van de Faillissementswet, in combinatie met het Procesreglement verzoekschriftprocedures insolventiezaken.
In hoger beroep heeft de appellante, bijgestaan door haar advocaat, het hof verzocht het eerdere vonnis te vernietigen. Het hof heeft de situatie van de appellante opnieuw beoordeeld, waarbij het in aanmerking nam dat zij sinds oktober 2009 geen drugs meer had gebruikt en dat haar verslavingsproblematiek door een deskundige was bevestigd als onder controle. De zorgconsulente van de appellante heeft verklaard dat zij haar taken goed uitvoert en dat er geen aanwijzingen zijn dat zij opnieuw drugs of alcohol gebruikt.
Het hof heeft geconcludeerd dat de appellante voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij de omstandigheden die bepalend zijn geweest voor het ontstaan van haar schulden onder controle heeft gekregen. Gezien deze bevindingen heeft het hof het vonnis van de rechtbank vernietigd en de toepassing van de schuldsaneringsregeling uitgesproken, met de zaak ter verdere afdoening terugverwijzend naar de rechtbank Zwolle-Lelystad.